Riboflavine (vitamine B2): aanvoersituatie

In de Nationale Voedingsenquête II (NVS II, 2008) is voor Duitsland het voedingsgedrag van de bevolking onderzocht en is aangetoond hoe dit de gemiddelde dagelijkse nutriëntenopname met macro- en micronutriënten (vitale stoffen) beïnvloedt.

De innameadviezen (DA-CH-referentiewaarden) van de Duitse Voedingsvereniging (DGE) worden gebruikt als basis voor de beoordeling van de toevoer van voedingsstoffen. Een vergelijking van de nutriëntenopname bepaald in de NVS II met de aanbevelingen van de DGE laat zien voor welke micronutriënten (vitale stoffen) er in Duitsland frequent onderaanbod is.

Met betrekking tot de aanbodsituatie kan worden gesteld:

  • In totaal bereikt 20% van de mannen en 26% van de vrouwen de aanbevolen dagelijkse inname van vitamine B2 niet.
  • Het aandeel is met 65% het hoogst bij vrouwen van 32 jaar en ouder.
  • De slechtst geleverde mannen missen 0.5 mg vitamine B2. Dit komt overeen met een dagelijks tekort van 33% van de aanbevolen inname.
  • De slechtst geleverde vrouwen missen 0.4 mg vitamine B2. Dit komt ook overeen met een dagelijks tekort van 33% van de aanbevolen inname.
  • Zwangere vrouwen (vanaf de 4e maand van zwangerschap) hebben een dagelijkse overmatige behoefte van 0.3 mg vitamine B2 in vergelijking met niet-zwangere vrouwen. Dienovereenkomstig hebben de meest slecht voorziene zwangere vrouwen een tekort van 0.7 mg vitamine B2 per dag.
  • Vrouwen die borstvoeding geven, hebben een extra dagelijkse behoefte van 0.4 mg vitamine B2 in vergelijking met vrouwen die geen borstvoeding geven. Dienovereenkomstig hebben de meest slecht verzorgde vrouwen die borstvoeding geven een tekort van 0.8 mg vitamine B2 per dag.

Aangezien de innameadviezen van de DGE gebaseerd zijn op de behoeften van gezonde mensen en mensen met een normaal gewicht, kan een individuele aanvullende behoefte (bijv. Door te eten, consumptie van stimulerende middelen, langdurige medicatie, etc.) hoger zijn dan de innameadviezen van de DGE.