Prostaatcarcinoom

Prostaat carcinoom is een kwaadaardige tumor die ontstaat uit het weefsel van de prostaat. Het is het meest voorkomende carcinoom bij mannen en is de derde meest voorkomende oorzaak van kanker bij mannen, leidend tot de dood. De frequentie van deze ziekte neemt continu toe met de leeftijd.

Een kenmerkend kenmerk van prostaat kanker is de langzame groei, die, indien vroeg behandeld, gepaard gaat met goede kansen op herstel. In het late stadium van de ziekte ontwikkelt de tumor zich metastasen in botten en weefselvocht knooppunten. Tot 90% van alles prostaat carcinomen ontwikkelen zich in de buitenste delen van de klier en kunnen daarom worden gepalpeerd in het routineonderzoek, het digitaal rectaal onderzoek (DRU), meestal door de onderzoeker.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van prostaatcarcinoom. Als de tumor is gepalpeerd tijdens het routineonderzoek of is gezien door middel van een beeldvormingsprocedure en bevestigd door een biopsiewordt het een manifest of klinisch prostaatcarcinoom genoemd. Als een tumor aanwezig is, maar tijdens het leven niet wordt gedetecteerd, wordt dit een latente prostaat genoemd kanker.

Dit wordt meestal vastgesteld tijdens autopsieonderzoeken, dus na overlijden. Studies hebben aangetoond dat het aantal latente prostaatcarcinomen veel hoger is dan het aantal manifeste. In de groep mensen ouder dan 80 jaar is de incidentie van prostaatcarcinoom bijvoorbeeld ongeveer 60%.

Verder is er de incidentie van prostaatcarcinoom, die bij toeval wordt ontdekt bij andere onderzoeken. Een voorbeeld hiervan is het verwijderen van weefsel uit de prostaatklier vanwege benigne prostaatvergroting, waarbij de patholoog vervolgens een carcinoom ontdekt. Occult prostaatcarcinoom is wanneer metastasen komen al voor in andere delen van het lichaam zonder dat de eigenlijke tumor met standaardonderzoek kan worden gevonden.

Oorzaken

De exacte oorsprong van het prostaatcarcinoom is niet definitief opgehelderd. Er zijn echter aanwijzingen dat verschillende factoren een rol kunnen spelen bij het ontstaan ​​van de ziekte. Enerzijds lijken er genetische factoren te zijn die het optreden van prostaatcarcinoom bevorderen.

Dit wordt ondersteund door het feit dat de frequentieverdeling verschilt per bevolkingsgroep. Zo hebben gekleurde Amerikanen een significant grotere kans om de ziekte te ontwikkelen dan Aziaten. Daarnaast zijn er gezinnen waarin prostaatkanker komt vaker voor.

Als een eerstegraads familielid er last van heeft, neemt het individuele risico tot twee keer zo hoog toe. Er zijn ook aanwijzingen dat hormonale invloeden ook de ontwikkeling van kunnen bevorderen prostaatkanker. Het mannelijke geslacht hormonen, Dwz androgenen, spelen hier een doorslaggevende rol.

Er is waargenomen dat mannen na castratie een significant lager risico op deze ziekte hebben. Bovendien krimpt de prostaatklier en vaak de tumor wanneer deze hormonen zijn deficiënt, wat vaak wordt gebruikt in therapie. Last but not least lijken verschillende omgevingsinvloeden een effect te hebben op de ontwikkeling van prostaatkanker. Wel of niet dieet heeft hier ook een invloed op is tot dusver omstreden.