Procedure van het onderzoek | Echografie

Procedure van het onderzoek

Het te onderzoeken gebied met de ultrageluid wordt eerst bedekt met een gel. De gel is nodig omdat lucht tussen het weefsel en de transducer moet worden vermeden. Het onderzoek wordt uitgevoerd met lichte druk op het weefsel.

De te onderzoeken constructies worden waaiervormig in verschillende richtingen gescand, waardoor de positie van het gewricht verandert. Ten slotte worden alle constructies beoordeeld door te bewegen gewrichten. Een ultrageluid het onderzoek verloopt altijd op dezelfde manier, ongeacht het te scannen orgaanweefsel: afhankelijk van de te onderzoeken structuur ligt of zit de patiënt op een onderzoeksbank.

Afhankelijk van de te onderzoeken structuur ligt of zit de patiënt op een onderzoeksbank. Als een abdominale echografie gepland is, moet de patiënt eruitzien vastend voor dit onderzoek, omdat de lucht in het maagdarmkanaal van eerdere voedselinname de ultrageluid beeld. Eerst brengt de arts een gel aan op de huid die zich boven de te onderzoeken structuur bevindt.

Deze gel heeft een hoog watergehalte, waardoor het geluid niet wordt gereflecteerd door luchtinsluitingen tussen het huidoppervlak en de lucht. Dit is de enige manier om een ​​bruikbaar beeld te creëren, daarom moet de onderzoeker er altijd voor zorgen dat er geen lucht tussen de gel en de transducer zit. Zodra de gellaag te dun wordt, wordt het beeld erger, waardoor het soms nodig is om tijdens een onderzoek de gel meerdere keren opnieuw aan te brengen.

Het doorslaggevende apparaat bij het echografisch onderzoek is de zogenaamde transducer, die ook wel sonde wordt genoemd. Het is met een kabel verbonden met het eigenlijke ultrasone apparaat, dat een monitor heeft waarop het beeld wordt weergegeven. Daarnaast wordt dit apparaat bediend door middel van meerdere knoppen waarmee je bijvoorbeeld de helderheid kunt wijzigen, een stilstaand beeld kunt maken of een kleurendoppler (zie hieronder) over het beeld kunt plaatsen.

De sonde is zowel verantwoordelijk voor het uitzenden van de echografie als voor de ontvangst ervan na reflectie. Er zijn verschillende soorten sondes. Er wordt onderscheid gemaakt tussen sector-, lineaire en convexe sondes, die vanwege hun verschillende eigenschappen in verschillende gebieden worden gebruikt. De sector-sonde heeft slechts een klein koppeloppervlak, wat handig is als u moeilijk toegankelijke structuren wilt onderzoeken, zoals de hart-.

Het gebruik van sectorprobes levert het typische waaiervormige ultrasone beeld op het scherm op. Een nadeel van deze sondes is echter de slechte beeldresolutie nabij de transducer. De lineaire sondes hebben een groot contactoppervlak en parallelle geluidsvoortplanting, waardoor het resulterende beeld rechthoekig is.

Ze hebben daardoor een goede resolutie en zijn bijzonder geschikt voor het onderzoeken van oppervlakkig weefsel zoals de schildklier. De convexe sonde is praktisch een combinatie van sector- en lineaire sonde. Daarnaast zijn er enkele speciale sondes, bijvoorbeeld de TEE-sonde, die wordt ingeslikt, de vaginale sonde, de rectale sonde en de intravasculaire echografie (IVUS), waar dunne sondes rechtstreeks in de schepen.

In de regel wordt de sonde bovenop de gel geplaatst die eerder op het lichaam is aangebracht. De gewenste structuur kan dan worden gericht door de sonde heen en weer te bewegen of door deze te buigen. De sonde zendt nu korte, gerichte geluidsgolfimpulsen uit.

Deze golven worden in meer of mindere mate gereflecteerd of verstrooid door de opeenvolgende verschillende weefsellagen. Dit fenomeen wordt echogeniciteit genoemd. De transducer is niet alleen een geluidszender maar ook een geluidsontvanger.

Het pikt dus de gereflecteerde stralen weer op. Uit de looptijd van de gereflecteerde signalen kan een reconstructie van het reflecterende object worden gemaakt. De gereflecteerde geluidsgolven worden omgezet in elektrische impulsen, versterkt en weergegeven op het scherm van het ultrasone apparaat.

Vloeistoffen (bijv bloed of urine) een lage echogeniciteit vertonen, worden deze op de monitor weergegeven als zwarte pixels. Structuren met een hoge echogeniciteit worden daarentegen weergegeven als witte pixels, inclusief die structuren die geluid in hoge mate reflecteren, zoals botten of gassen. De arts kijkt naar het tweedimensionale beeld dat tijdens het onderzoek op de monitor wordt geproduceerd en geeft informatie over de grootte, vorm en structuur van de onderzochte organen. Desgewenst kan de arts de afbeelding afdrukken, wat een zogenaamd sonogram oplevert (dit wordt vaak gedaan om zwangere vrouwen een foto van hun ongeboren kind te geven), of een video-opname maken.