Priktest

Definitie

De priktest is een veel uitgevoerde huidtest die wordt gebruikt om een ​​overgevoeligheidsreactie op bepaalde stoffen vast te stellen. Er wordt een zogenaamde type 1 allergie (direct type) vastgesteld.

Wanneer wordt een priktest uitgevoerd?

De priktest wordt altijd uitgevoerd als er een vermoeden bestaat van een zogenaamde type 1 allergie bij iemand. Tot dit type allergie behoren zeer verschillende allergieën, die soms wijdverspreid zijn onder de bevolking. Daarom wordt vaak de priktest gebruikt.

Deze omvatten bijvoorbeeld allergieën voor insectengif, zoals bijen en wespen, maar ook veel voedselallergieën (noten, soja, schaaldieren, etc.) en de wijdverspreide pollenallergie. Veel mensen zijn bekend met de priktest vanaf de diagnose allergische astma of hooi koorts (allergische rhinoconjunctivitis), omdat het daar vooral vaak wordt gebruikt.

In principe kan het echter ook in andere situaties op verdenking plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld een verdachte reactie zijn na het eten van voedsel of een allergische reactie na een insectenbeet. Medicijnallergieën zijn uitgesloten. Hoewel deze vaak ook tot de zogenaamde type 1-allergie behoren, ziet men meestal af van zo'n test en schakelt men gewoon over op een verdragen medicijn. Dit onderwerp is wellicht ook interessant voor u: allergietest

Priktest op hooikoorts

Hooi koorts is in medische terminologie ook bekend als allergische rhinoconjunctivitis. Er zijn verschillende allergenen, zoals pollen, die bij inademing symptomen veroorzaken. Sinds hooi koorts is een type 1 allergie, een priktest kan worden gebruikt om de allergenen te diagnosticeren en te identificeren. Voor kleine kinderen geldt echter een bloed test verdient de voorkeur boven de priktest, omdat deze beter wordt verdragen.

Evaluatie van de priktest

Bij een priktest wordt de sensibilisatie voor een bepaalde stof, ook wel allergeen genoemd, getest. Hiervoor kunnen tot 20 testoplossingen met verschillende allergenen met een lancet op de huid worden aangebracht. Om de test achteraf correct te kunnen beoordelen, moet een negatieve en een positieve controle worden toegepast.

De positieve controle bevat histamine, die een reactie veroorzaakt in de vorm van een kwadraat. De negatieve controle bevat een zoutoplossing en veroorzaakt geen huidreactie. Na ongeveer 20 minuten is de priktest af te lezen.

De arts beoordeelt of er een positieve reactie is op basis van het uiterlijk van de huid. Hij vergelijkt elke testoplossing met de positieve en negatieve controles. Als zich op een testoplossing een kwadje heeft gevormd, wordt dit als "positief" beschouwd.

Het positieve resultaat geeft aan dat de testpersoon sensibilisatie vertoont voor deze stof, bijvoorbeeld pollen. Om de sterkte van de reactie te beoordelen, wordt de diameter van de kwaddarm gemeten. De positieve reactie duidt uiteindelijk alleen op sensibilisatie en geen allergie.

Van een allergie is alleen sprake als er ook symptomen aanwezig zijn. Ter illustratie een voorbeeld: De priktest toont een overgevoeligheid voor pollen aan. Als er klachten zijn gedurende de tijd van de pollenvlucht, bijvoorbeeld in de vorm van hooikoorts, een allergie voor pollen aanwezig is.

De nummering bij een priktest heeft als taak de afzonderlijke huidgebieden aan de aangebrachte vloeistoffen te kunnen toewijzen. Normaal gesproken worden 15 tot 20 verschillende allergene vloeistoffen op de onderarm tijdens de priktest. Deze vloeistoffen zijn allemaal transparant, zodat er geen onderscheid tussen kan worden gemaakt.

Daarom heeft elke vloeistof een nummer, zodat bij een positieve huidreactie het allergeen terug te herleiden is naar de vloeistof. De grootte van de kwast komt niet overeen met de werkelijke ernst van de allergie. Zo kunnen sterke huidreacties bij de priktest gepaard gaan met een slechts licht uitgesproken allergie.

Aan de andere kant is het ook mogelijk dat een bepaald allergeen slechts een kleine huidreactie vertoont, maar in het dagelijks leven zeer schadelijk kan zijn. Zelfs als de priktest negatief is, kan er een allergie aanwezig zijn. De priktest toont een sensibilisatie aan voor verschillende testoplossingen die veel voorkomende allergenen bevatten.

Daarom dekt de priktest verschillende, veel voorkomende allergieën. De test kan echter niet elk denkbaar allergeen dekken. Daarom kan bij een negatieve uitslag ook een allergie aanwezig zijn. Bovendien is de priktest alleen geschikt voor de diagnose van een zogenaamde type 1 allergie.

Er zijn echter andere vormen van allergie waarvoor andere testprocedures, zoals de epicutane test, worden gebruikt. Een voorbeeld van zo'n allergie is een allergisch contact eczeem, zoals het voorkomt bij een nikkelallergie. Als ondanks een negatieve priktest een bepaalde allergie, bijvoorbeeld voor huisstofmijt, wordt vermoed, kan de zogenaamde intradermale test worden uitgevoerd. Het is iets nauwkeuriger dan de priktest en is vooral geschikt voor 'zwakke' allergenen zoals huisstofmijt, die bij de priktest vaak geen positieve reactie veroorzaken.