Fysiotherapie na een tibiafractuur

De mechanismen die tot een scheenbeen leiden breuk zijn meestal ongelukken of sportverwondingen - er is in ieder geval extreme kracht van buitenaf nodig om het sterke scheenbeen te breken. Symptomen van een scheenbeen breuk omvatten zwelling, roodheid, hitte, pijn en een beperking in de sterkte en mobiliteit van de been. Voorkomen, lopen en staan ​​zijn nauwelijks of alleen mogelijk bij ernstig pijn.

Genezingstijd

De genezingstijd van een bot breuk varieert afhankelijk van de omvang van het letsel, maar ook van individuele omstandigheden zoals algemeen volksgezondheid gedrag en bescherming van de fractuur of medewerking aan de therapie. Botgenezing of, in het algemeen, van het lichaam wond genezen vindt plaats in verschillende fasen. Na een operatie zijn structuren meestal eerder veerkrachtig, maar volledige genezing duurt even lang als conventionele genezing.

Bovendien vormt een chirurgische ingreep altijd een risico en een grote belasting voor het lichaam. Meer informatie onder: Fysiotherapie na een botbreuk

  • Een eenvoudige fractuur zonder gewrichtsbetrokkenheid vereist meestal geen operatie.
  • Als de uiteinden van de breuken niet ver uit elkaar liggen, dwz ver van de plaats van oorsprong of gedraaid, kan een bot vanzelf weer aan elkaar groeien.
  • Eerst worden nieuwe botvezels gevormd, die door de groei de breukplaats kruisen en weer bij de botuiteinden aansluiten. Dit proces duurt ongeveer zes weken.

    Gedurende deze tijd wordt het bot geïmmobiliseerd in een gips cast en stress moeten worden vermeden.

  • In de volgende fase harden de vezels uit en worden ze stabieler. Dit duurt ongeveer drie maanden. In deze fase dient de patiënt te worden verplaatst en dienen stressprikkels op een aangepaste manier te worden toegepast.
  • In de laatste fase keert het systeem terug naar de oude functie, wat wel een jaar kan duren.

Fysiotherapeutische interventie

De fysiotherapeutische vervolgbehandeling is gebaseerd op de hierboven beschreven genezingsfasen. Bovendien is het altijd gericht op de stroming pijn sensatie, die altijd een waarschuwingssignaal vertegenwoordigt en niet mag worden genegeerd.

  • In het begin gips fase worden alle profylactische maatregelen genomen om de gevolgen van absolute immobilisatie te voorkomen.

    Indien onbehandeld, bestaat het risico op spierverlies, verklevingen, gewrichtscontracturen en daaropvolgende bewegingsbeperkingen, die, eenmaal optreden, moeilijk ongedaan kunnen worden gemaakt. Aangrenzend gewrichten worden bewogen, statische en isometrische krachtoefeningen worden geleidelijk aangeleerd, omringende spanning wordt gemasseerd en zwellingen worden verwijderd door positionering en handmatige manipulatie.

  • Nadat het gipsverband is verwijderd, gaat de therapie meer van passieve naar actieve oefeningen. De mate van beweging wordt uitgebreid, het aangetaste gewricht wordt ook voorzichtig bewogen, spierkettingen die door de blessure gespannen zijn, worden uitgerekt en fasciale lijnen worden met diepe technieken gladgestreken.

    Zodra het volledige laadvermogen is hersteld, worden spieren actief opgebouwd om voor stabilisatie in de been en zijn structuren. Naast kracht, coördinatie in en tussen de spieren wordt weer aangeleerd, dieptegevoeligheid wordt getraind en een normaal looppatroon wordt bereikt. Deze oefeningen dienen niet alleen om de oude functies te regenereren en terug te krijgen, maar vooral voor atleten beschermen ze ook tegen het ontstaan ​​van nieuwe blessures.