Peesmantel

De Latijnse technische term voor de peesmantel is "vagina tendinis". Een peesmantel is een buisvormige structuur die een pees als een geleidingskanaal omgeeft, bijvoorbeeld om deze rond een botuitsteeksel te geleiden. Een peesmantel beschermt zo de pees tegen mechanische verwondingen.

Structuur

Een peesmantel bestaat uit twee lagen. De buitenste laag wordt stratum fibrosum genoemd, de binnenste synoviale stratum. De stratum fibrosum bestaat uit sterk collageen-bevattende bindweefsel en is stevig bevestigd aan de omliggende structuren.

Deze verklevingen hechten de peesmantel en de pees erin botten en ligamenten. De synoviale stratum wordt gevormd door een buitenblad behorend bij de muur en een inwendig visceraal blad. Het buitenblad bestaat ook uit bindweefsel en bevindt zich tussen de stratum fibrosum en het binnenblad, dat direct verbonden is met de pees.

Tussen de stratum fibrosum en de stratum synoviale bevindt zich een smerende vloeistof, ook wel synoviale vloeistof of gewrichtsvloeistof. De stratum fibrosum en de stratum synoviale zijn verbonden via het zogenaamde mesotendineuze, een streng van bindweefsel. Dit mesotendineum bevat bloed schepen en zenuwen die de pees en peesschede leveren.

Voorval

Peesmantels komen altijd voor wanneer pezen dichtbij rennen gewrichten of moeten worden geleid rond benige uitsteeksels en vasthoudende ligamenten, wat uitsluitend op de lange termijn voorkomt pezen van de spieren van de armen, handen, benen en voeten.

Peesmantels van de hand

De hand kan veel verschillende bewegingen uitvoeren en heeft een hoge mate van fijne motoriek. Dit brede bewegingsbereik wordt mogelijk gemaakt door veel verschillende spieren en gewrichten. De peesmantels van de handpalm worden bedekt door het carpale ligament (Ligamentum carpi transversum).

Het oppervlakkige en diepe vinger flexoren (Musculus flexor digitorum superficialis of profundus) hebben een gemeenschappelijke peesschede die onder dit ligament doorloopt. Deze peesmantel omhult slechts gedeeltelijk de pezen van deze twee spieren voor de 2e, 3e en 4e vinger en komt niet in de vinger zelf, maar de pees voor de pink wordt volledig omhuld door deze peesmantel en eindigt alleen bij de terminale falanx van de 5e vinger. De 2e, 3e en 4e vinger hebben een nieuwe peesmantel om de pees in de vinger gezamenlijk gebied.

De lange duimflexorspier (M. flexor pollicis longus) heeft een eigen peesmantel, die eveneens onder het carpale ligament doorloopt en alleen eindigt bij de vingerkoot. De flexor carpi radialis-spier, die flexie in de pols, heeft ook een eigen peesschede onder dit ligament. De peesmantels van de tweede tot en met de vijfde vinger zijn met ringvormige ligamenten aan de knokkels van de vingers bevestigd.

Bovendien wordt het ligamenteuze apparaat gestabiliseerd door kruisvormige ligamenten aan de gewrichten. In 70% van de gevallen wordt de anatomische positie van de hier beschreven peesmantels gevonden op de handpalm met een lange peesmantel voor de duim en pink en onderbroken peesmantels voor de drie overige vingers. Anatomische variaties komen daarom voor bij 30% van de bevolking en hebben geen ziektewaarde.

Op de handrug lopen de pezen van de vingerextensoren en de omringende peesmantels in zogenaamde peescompartimenten, die zich onder een vasthoudband bevinden die het retinaculum musculorum extensorum wordt genoemd. Het eerste peescompartiment bevat de lange duimspreider (abductor pollicis longus) en de korte duimstrekker (extensor pollicis brevis). Het eerste peescompartiment is bij veel mensen weer onderverdeeld.

Het tweede peescompartiment bevat de lange en korte radiale handextensoren (extensor carpi radialis longus en brevis). Het derde peescompartiment herbergt de lange duimstrekker (M. extensor pollicis longus) en het vierde peescompartiment bevat de gemeenschappelijke strekspier van de 2e -5e vinger en een extra strekspier voor de wijsvinger (M. extensor digitorum of indicis). De pink heeft ook nog een extra strekspier (extensor digiti minimi-spier) waarvan de pees door het vijfde peescompartiment loopt.

De pees van de ulnaire handextensor (M. extensor carpi ulnaris) loopt door het zesde peescompartiment. In het vingergebied aan de extensorzijde zijn geen peesscheden meer aanwezig, omdat de pezen van de spieren op de handrug overgaan in een bindweefselplaat, de dorsale aponeurose. Deze dorsale aponeurose begint in het gebied van de metacarpofalangeale gewrichten van de vingers en eindigt bij de distale falanx van de betreffende vinger.