Shinbone Edge-syndroom

Het tibiale randsyndroom is een chronische stam die de spieren rond de scheenbeenrand aantast. Dit is typisch bij onjuiste overbelasting of onjuiste belasting door sportbeoefening. Oorzaken Shinbone edge syndrome wordt veroorzaakt door overmatige belasting van de spieren en hun fasciae tijdens het sporten. Dit is typisch voor hardloopsporten zoals … Shinbone Edge-syndroom

Fysiotherapie voor scheenbeenspalken

Bij het tibiaal edge-syndroom, ook wel shin splints genoemd, is fysiotherapie een belangrijk onderdeel van conservatieve therapie. Een ervaren fysiotherapeut maakt een behandelplan op maat van de individuele patiënt door middel van specifieke oefeningen en massagetechnieken om de aangedane structuren van het scheenbeen te ontlasten. Het doel … Fysiotherapie voor scheenbeenspalken

Heupfysiotherapie - Oefening 4

In rugligging strek je je armen zijwaarts. Het aangedane been wordt in een hoek van 90° over het gestrekte been naar de vloer geleid. Terwijl de onderrug draait, blijft het bovenlichaam op de grond gefixeerd. Houd deze positie 10 seconden vast. Er volgen nog twee passen. Ga door naar de volgende oefening.

Heupoefening 5

Ontspannen hond: spreid vanuit de viervoetige positie het aangedane been in een hoek van 90 ° ten opzichte van rughoogte. De hele rug vormt een rechte lijn. Herhaal de spreiding 15 keer met 3 passen. Ga verder met de volgende oefening.

Piriformis-syndroom - Oefening 6

Abductie: U bevindt zich in zijligging met gebogen knieën. Spreid het been boven je uit. De voeten staan ​​voortdurend met elkaar in contact. Om de oefening moeilijker te maken, kun je een theraband om je knieën binden. Herhaal het spreiden 15 keer met 3 passages. Terug naar het artikel: Fysiotherapie bij Piriformis Syndroom.

Heupfysiotherapie - Oefening 2

Rekken tijdens het zitten: Plaats het aangedane been tijdens het zitten over het andere been. Duw de knie voorzichtig naar de grond en leun licht naar voren. Je trekt dan aan de buitenste billen. Houd het stuk 10 huiden vast en herhaal de oefening twee keer. Ga verder met de volgende oefening.