Centraal en perifeer
Het menselijke zenuwstelsel bestaat uit een centraal en een perifeer deel. Het centrale zenuwstelsel (CZS) omvat de hersenen en het ruggenmerg; van deze laatste strekken de zenuwbanen zich uit naar alle delen van het lichaam – ze vormen het perifere zenuwstelsel. Functioneel gezien kan dit worden onderverdeeld in twee gebieden, het vegetatieve (autonome) en het somatische zenuwstelsel.
Twee hersenhelften in een team
Prikkels registreren, verwerken en doorsturen
De hersenen zenden immers op hun beurt ook elektrische signalen uit, bijvoorbeeld om lichaamsbewegingen uit te lokken (bijvoorbeeld knipogen, handen opsteken) of om de functie van inwendige organen te reguleren (zoals de afscheiding van maagsap). En laten we niet vergeten: denken, lachen, lezen, leren – al deze en nog veel meer houden de hersenen ook voortdurend scherp en zorgen ervoor dat de neuronen elke milliseconde talloze impulsen door het netwerk afvuren – een eindeloos vuurwerk.
De hersenen bestaan uit ongeveer 100 miljard neuronen; sommige deskundigen schatten dat dit aantal wel 1 biljoen (1,000,000,000,000) kan bedragen! Maar er zijn geen ruimteproblemen in het hoofd, omdat de individuele zenuwcellichamen slechts maximaal 150 micrometer (μm) groot zijn. Ter vergelijking: 1 µm is een miljoenste meter.
– Cellichaam met processen
– Myelineschede
Om ervoor te zorgen dat informatie op deze lengte niet te langzaam wordt overgedragen, wordt het axon in secties omsloten door zogenaamde myeline-omhulsels: speciale cellen die zich meerdere keren om het axon wikkelen en deze elektrisch isoleren. Het axon en de schede vormen samen een (medullaire) zenuwvezel.
De isolatie van de axonen kan door verschillende ziekten defect zijn: bij de auto-immuunziekte multiple sclerose (MS) bijvoorbeeld valt het misleide immuunsysteem de myeline-omhulsels aan en vernietigt deze op bepaalde plaatsen. Als gevolg hiervan functioneert de overdracht van informatie langs het aangetaste axon niet langer soepel, wat leidt tot symptomen zoals verlamming, sensorische en visuele stoornissen.
– Synapsen