Muisarm

De informele term "muisarm" beschrijft het niet-specifieke klinische beeld van de RSI-syndroom (Repetitive Strain Injury). Achter de term "muisarm" staan ​​verschillende klinische beelden, zoals pijn of ontsteking in zenuwen, pezen en spieren. Door de muisarm zijn de bewegingen in de arm en handen zeer pijnlijk en door overbelasting slechts in beperkte mate mogelijk.

Symptomen

De symptomen die gepaard gaan met een muisarm kunnen veelzijdig en niet-specifiek zijn. Ten eerste zijn er klachten als krachtverlies, gevoelloosheid en gewaarwordingen (bijv. Tintelingen). In de loop van de ziekte pijn komt ook voor tijdens beweging en in rust.

Deze symptomen zijn niet beperkt tot de vingers en elleboog, maar verspreiden zich over het hele gebied van het lichaam, dus naar de schouder /nek Oppervlakte. Verder klachten zoals verkeerde bewegingen of spieren krampen kan voorkomen. Slechts in enkele gevallen wordt aan de klachten een medische term toegekend. De volgende aanduidingen kunnen verwijzen naar een muisarm:

  • Bursitis (ontsteking van de bursae) op de elleboog
  • Spierpijn (myalgie)
  • Tenniselleboog of
  • Golfer's elleboog (Epicondylitis lateralis of ulnaris)
  • Bovenbeen (ganglioncyste)
  • Carpaal tunnel syndroom, dat een zenuw vernauwt
  • Hand-arm-vibratiesyndroom
  • Ontsteking van het stylusproces en
  • Diverse peesaandoeningen en ontstekingen.

Oorzaken

De muisarm is een jong ziektebeeld waarin de oorzaken en ontwikkelingsprocessen nog niet in detail zijn opgehelderd. Het is echter bekend dat de muisarm wordt veroorzaakt door overbelasting. Overbelasting wordt veroorzaakt door dezelfde, constant herhaalde bewegingen en opeenvolgingen van bewegingen die de gestreste structuren beschadigen.

De term "muisarm" is misleidend omdat men zou kunnen denken dat het veelzijdige klinische beeld alleen wordt veroorzaakt door het gebruik van de computermuis. In feite zijn allerlei eentonige bewegingen, dus niet alleen klikken met de muis, verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de muisarm. In veel beroepen worden dagelijks eentonige bewegingen uitgevoerd.

Dit zijn bijvoorbeeld kantoormedewerkers, programmeurs en pc- / videospelers die elke dag typen en klikken met hun vingers. Maar ook lopendebandwerkers, kassamedewerkers of gebarentolken belasten elke dag hun hand- en armspieren. Niet iedereen loopt echter evenveel risico, maar verschillen in hun fysiologische en psychologische kenmerken in de kans om aan een muisarm te lijden.

Deze stammen veroorzaken in eerste instantie kleine verwondingen (microtrauma's), die niet voldoende kunnen genezen als de pauzes tussen de stammen niet lang genoeg zijn. Dit resulteert over langere tijd in grotere schade, die zich in verschillende vormen kan uiten (zie symptomen). Naast de fysio-mechanische oorzaken spelen ook psychologische factoren een rol bij de ontwikkeling van een muisarm.

De betrokkenen koppelen het pijn met de bijbehorende bewegingen (pijn geheugen). Dit verklaart waarom patiënten aanvankelijk symptoomvrij zijn na een lange herstelpauze, zoals een vakantie, maar al na enkele uren last hebben van het spectrum van symptomen. Hieruit kan worden afgeleid dat het oorzaakspectrum van de muisarm is opgedeeld in verschillende fasen: Allereerst neemt het aantal microblessures door acute overbelasting toe. Bovendien, als de pauzes te kort zijn, neemt het aantal niet-gerepareerde weefsels toe en een motorisch geprogrammeerde pijnsensatie, de pijn geheugen, ontwikkelt.