Kort overzicht
- Vormen: Er zijn twee vormen van lymfatische leukemie: acute lymfatische leukemie (ALL) ontwikkelt zich snel, terwijl chronische lymfatische leukemie (CLL) zich langzaam ontwikkelt.
- Symptomen: Bleekheid, verminderde prestaties, vermoeidheid, neiging tot bloeden, blauwe plekken, later koorts, braken en bot- en gewrichtspijn, typische, soms neurologische aandoeningen.
- Diagnose: bloedonderzoek, echografie, afname van weefselmonsters (biopsie), magnetische resonantie beeldvorming (MRI) en computertomografie (CT).
- Behandeling: operatie, bestraling en/of chemotherapie, immuuntherapie, in sommige gevallen stamceltransplantatie.
- Prognose: De meeste ALL-patiënten (vooral kinderen) kunnen genezen; bij CLL proberen artsen de progressie van de ziekte te vertragen; Stamceltransplantatie biedt een kans op genezing.
Wat is lymfatische leukemie?
De term ‘lymfatische leukemie’ wordt door artsen gebruikt om kankers te beschrijven die hun oorsprong vinden in de zogenaamde lymfatische voorlopercellen, die worden gevormd tijdens de bloedvorming.
Alle bloedcellen (rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes) hebben een gemeenschappelijke oorsprong: de bloedstamcellen in het beenmerg. Uit deze stamcellen ontwikkelen zich twee soorten voorlopercellen: lymfoïde en myeloïde voorlopercellen.
Bij lymfatische leukemie is vooral de vorming van B-lymfocyten verstoord. Er worden grote hoeveelheden onrijpe B-lymfocyten geproduceerd, die zich ongecontroleerd vermenigvuldigen. Als gevolg hiervan duwen ze steeds meer de volwassen, gezonde bloedcellen terug. Dit betekent dat er na verloop van tijd steeds minder van de andere subgroepen witte bloedcellen zijn. Tegelijkertijd ontstaat er een tekort aan rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Vormen van lymfatische leukemie
Acute lymfoblastische leukemie (ALL)
Acute lymfatische leukemie begint vrij plotseling en verloopt snel. Het is de meest voorkomende vorm van leukemie bij kinderen. Ongeveer 80 procent van alle kinderen met leukemie heeft ALLES. Kinderen jonger dan vijf jaar en adolescenten worden het vaakst getroffen. Alleen bij mensen ouder dan 80 jaar komt ALL vaker voor.
Chronische lymfatische leukemie (CLL)
Chronische lymfatische leukemie wordt beschouwd als een laaggradige maligniteit en ontwikkelt zich sluipend en langzaam, meestal gedurende vele jaren. In sommige gevallen blijft de ziekte lange tijd aanhouden zonder merkbare symptomen. CLL is de meest voorkomende vorm van leukemie in de westerse geïndustrialiseerde landen. Volgens het Robert Koch Instituut (RKI) was CLL in 37/2017 verantwoordelijk voor ongeveer 2018 procent van alle leukemieën in Duitsland.
Ondanks de naam wordt chronische lymfatische leukemie niet langer beschouwd als een leukemie (“bloedkanker”), maar als een vorm van lymfoom (meer precies, non-Hodgkin-lymfoom).
Symptomen van lymfatische leukemie
Symptomen van ALLES
Omdat de kankercellen ook de bloedplaatjes verdringen, ontstaat er een neiging tot bloedingen (zoals tandvlees- en neusbloedingen). Deze personen krijgen ook gemakkelijk blauwe plekken (hematomen). Vaak worden ook puntvormige bloedingen in de huid en slijmvliezen waargenomen. Artsen noemen ze petechiën.
Als de kankercellen het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) hebben aangetast, kunnen hoofdpijn, braken, lusteloosheid en zenuwverlies en verlamming optreden.
Symptomen van CLL
Sommige mensen ontwikkelen koorts, zweten 's nachts en zijn vatbaar voor infecties en blauwe plekken (hematomen). Tekenen van bloedarmoede komen ook voor (bleekheid van de huid en slijmvliezen, snelle vermoeidheid, duizeligheid, enz.). Sommige mensen met chronische lymfatische leukemie melden huidveranderingen. Afgezien van bleekheid en blauwe plekken behoren deze echter niet tot de typische symptomen van CLL.
Om meer te lezen over de tekenen van leukemie, zie Leukemie: Symptomen.
De triggers voor de onderliggende celveranderingen zijn nauwelijks bekend. Wel is duidelijk dat er sprake is van veranderingen in het genetisch materiaal en bijbehorende gendefecten, waardoor de lymfocyten zich verkeerd ontwikkelen. Deze defecte genen kunnen soms al in de kindertijd worden ontdekt, maar leiden niet in alle gevallen tot ziekte. Deskundigen vermoeden dan ook dat het een samenspel is van verschillende interne en externe factoren.
Voor meer informatie over mogelijke oorzaken van leukemieën, zie Leukemieën: oorzaken en risicofactoren.
Lymfatische leukemie: onderzoeken en diagnose
Diagnose van ALLES
Hierna volgt een lichamelijk onderzoek. Dit moet informatie opleveren over de algemene toestand van de getroffen persoon.
Bloedonderzoek en een beenmergpunctie zijn vooral belangrijk als acute lymfatische leukemie (of een andere vorm van leukemie) wordt vermoed. Bij dit laatste neemt de arts een monster van het beenmerg en laat dit in het laboratorium gedetailleerd onderzoeken. Hierdoor kan ALLES met zekerheid worden gedetecteerd.
Daarnaast zijn er meestal nog andere onderzoeken, bijvoorbeeld elektrocardiogram (ECG), beeldvormingsprocedures (zoals röntgenfoto's, echografie) en onderzoek van het hersenvocht (lumbaalpunctie). Deze dienen om de fysieke toestand van de getroffen persoon beter te beoordelen of om de verspreiding van de kankercellen in het lichaam te controleren.
Diagnose van CLL
In sommige gevallen is het nodig om een weefselmonster (biopsie) van de lymfeklieren te nemen en dit in het laboratorium te analyseren. Hierdoor kan worden vastgesteld of en hoe ver de ziekte zich heeft verspreid. Om dezelfde reden voert de arts bijvoorbeeld een echografisch onderzoek van de buik uit. In sommige gevallen is ook hier een beenmergonderzoek nuttig.
Meer over de verschillende onderzoeken leest u onder Leukemie: Onderzoeken en Diagnose.
Er zijn verschillende therapeutische benaderingen voor zowel acute lymfatische leukemie als chronische lymfatische leukemie.
Therapie van ALLEN
Artsen behandelen mensen met acute leukemie (zoals ALL) doorgaans zo snel mogelijk. Op deze manier is het soms mogelijk om een volledige regressie van de ziekte (remissie) te bereiken.
Andere behandelmethoden voor acute lymfoblastische leukemie omvatten stamceltransplantatie en bestralingstherapie. Bij stamceltransplantatie worden bloedstamcellen overgedragen aan de patiënt. Het doel is dat deze nieuwe, gezonde bloedcellen opleveren. Het belangrijkste doel van bestralingstherapie voor ALLEN is het voorkomen of behandelen van kanker in de hersenen.
Meer over de behandelmogelijkheden van bloedkanker leest u onder Leukemie: Behandeling.
Therapie van CLL
Veel mensen met CLL voelen zich niet ziek en hebben jarenlang geen klachten, omdat de ziekte heel langzaam voortschrijdt. In dit geval is er doorgaans geen therapie nodig; in plaats daarvan wachten artsen en voeren ze alleen reguliere controles uit (“kijken en wachten”).
Vaak start de arts dan een zogenaamde chemo-immunotherapie (of immuunchemotherapie). Dit betekent dat de patiënt chemotherapie krijgt in combinatie met immuuntherapie. De kankergeneesmiddelen (cytostatica) die bij chemotherapie worden gebruikt, worden in de vorm van tabletten ingenomen of via een infuus toegediend.
Voor sommige personen met chronische lymfatische leukemie kan ook alleen chemotherapie of immunotherapie worden overwogen. In zeldzamere gevallen is aanvullende bestralingstherapie of een operatie noodzakelijk. Dit is bijvoorbeeld het geval als lymfeklieren door de kankercellen worden aangetast en complicaties veroorzaken.
Als de eerste kankerbehandeling niet succesvol is of de kanker terugkeert, kan in sommige gevallen stamceltransplantatie worden overwogen. Hierbij wordt eerst een hoge dosis chemotherapie gebruikt om al het beenmerg en (hopelijk) alle kankercellen te doden. Vervolgens worden bloedstamcellen van een donor overgedragen aan de patiënt, waaruit nieuwe, gezonde bloedcellen worden aangemaakt.
Levensverwachting bij lymfatische leukemie
Prognose van ALLES
De afgelopen decennia is het aantal genezen mensen met ALL toegenomen. Vooral bij kinderen zijn de kansen op genezing doorgaans goed. Vijf jaar na de diagnose leeft ongeveer 70 procent van de volwassenen en 95 procent van de getroffen kinderen nog steeds met de juiste behandeling. Na tien jaar bedragen de overlevingskansen ongeveer 33 procent bij volwassenen en 70 procent bij kinderen.
Prognose van CLL
Chronische lymfatische leukemie (CLL) wordt beschouwd als de “meest goedaardige” vorm van leukemie. De ziekte vordert gewoonlijk langzaam en zonder ernstige symptomen. Als behandeling noodzakelijk is, kan CLL meestal worden verminderd en de progressie ervan worden vertraagd. Volgens de huidige stand van kennis biedt echter alleen risicovolle stamceltransplantatie kans op genezing.
Bijzonder gevaarlijk voor mensen met de ziekte is dat hun verzwakte immuunsysteem hen vatbaar maakt voor infecties. Onbeheersbare infecties zijn daarom ook de meest voorkomende doodsoorzaak bij mensen die chronische lymfatische leukemie (of een andere vorm van leukemie) hebben.
Lymfatische leukemie: preventie
Net als bij andere leukemieën zijn er momenteel geen bewezen maatregelen die kunnen worden gebruikt om lymfatische leukemie te voorkomen.