Hardloopstijl

voorvoet hardloper, achterpoot hardloper, middenvoetsbeentje hardloper, lopend analyse, hardloopstijlanalyse, runner's knee (tractus syndroom) Elke voet heeft verschillende anatomische condities, dus er is geen algemene lopend stijl die op elk type hardloper kan worden overgedragen. Een normale voetbevestiging kenmerkt zich door pronatie in de enkel gewricht. Afwijkingen van de voetpositie naar de binnenkant van de voet worden overpronatie genoemd, afwijkingen naar de buitenkant van de voet duiden op supinatie (onderpronatie).

Dus in typische supinatie hardlopers, de lopend schoenen in het gebied van de hiel en de voorvoet worden aan de buitenkant gedragen. pronatie lopers vertonen slijtage aan de buitenkant van de hiel (achtervoet) en de binnenkant van de voorvoet. Een gericht loopband analyse maakt het mogelijk om defecte posities van de voet te visualiseren door middel van drukmeting en videoanalyse.

Orthopedische inlegzolen of sportzolen kunnen deze misstanden compenseren. In het geval van een defecte positie in de enkel gezamenlijke, individueel vervaardigde inlegzolen kunnen de defecte positie compenseren. Bij een geknikte voet wordt de voet in de supinatie richting door middel van een supinatie-wig (verhoging van de binnenkant van de voet) zodat de enkel gewricht kan niet knikken in de richting van het midden als de voet is bevestigd.

Stabilisatoren kunnen de enkel fixeren gewrichten. Deze methode moet echter met de nodige voorzichtigheid worden overwogen, aangezien het passieve bewegingsapparaat (botten, ligamenten, pezen) past zich aan en stabiliseert door regelmatig te lopen. Supinatie (overpronatie) komt slechts in zeer zeldzame gevallen voor (<1%).

Er moet speciale aandacht worden besteed aan de demping van het schoeisel. Verdere interessante informatie:

  • O-benen
  • X-benen
  • Artrose van de knie
  • Knieprothese
  • Meniscus
  • Patellaire puntsyndroom

Inlegzolen zorgen voor een optimale bescherming van de gewrichten en hebben dus een preventieve werking tegen enkelaandoeningen. Maar niet allemaal pijn is te wijten aan een onjuiste looptechniek of een verkeerde plaatsing van de gewrichten.

Vooral in trainingsfasen met een hoge loopbelasting treden vaak overspanningsverschijnselen op. De individuele loopstijl is in de loop van het leven geautomatiseerd en kan slechts in zeer beperkte mate worden gecorrigeerd. Door anatomische omstandigheden is het voor de loper praktisch onmogelijk om de voetbevestiging bewust te beïnvloeden.

Het is echter belangrijk om de gewrichten, met name de voet- en kniegewrichten, zo goed mogelijk te beschermen met individuele inlegzolen, zodat ook op hogere leeftijd nog probleemloos kan worden hardlopen. Lopen op het voorste deel van de voet (ball run) maakt hoge hardloopsnelheden mogelijk en wordt daarom gebruikt voor sprinten. De voorvoetloper rent meestal met de ballen van zijn voeten en tenen.

De hardheid van de impact is aanzienlijk hoger dan de normale afrolbeweging van de voet, maar het veereffect wordt versterkt door de demping van de kuitspieren. Bij het lopen op de voorvoet is er meer spanning op de dubbele kuitspier (M. gastrocnemius) en de achillespees. Omdat de voet niet over de hele voet rolt, is de kans op overpronatie erg klein.

Deze hardloopstijl is niet geschikt voor continue belasting. Hiel-tot-teen hardlopen (voetbevestiging over de hiel) is de meest voorkomende vorm van hardlopen en wordt langer gebruikt uithoudingsvermogen ladingen. De loper rust op de buitenrand van de hiel.

Doordat de veerwerking van de spieren minder is, is de orthopedische belasting van de gewrichten hoger dan bij een voorvoetloop. Moderne hardloopschoenen compenseren dit door meer demping in de hiel te bieden. Een rollende beweging over de middenvoet resulteert in een voetafdruk van het voetbal.

Het rolgedrag omvat normaal gesproken een lichte binnenwaartse rotatie (pronatie) van de voet. Deze hardloopstijl is een energiebesparende hardloopstijl. Bij deze hardloopstijl is er een bevestiging over de gehele buitenrand van de voet.

Het is een soort compromis tussen voorvoetloper en hielloper. De afrolbeweging is lager in vergelijking met de hielloper. De afdruk wordt gemaakt van de bal van de voet. De kans op overpronatie is bijzonder hoog, maar de belasting van de gewrichten is lager dan bij de heelwalker.