Cross tillen

Crosslifting is een trainingsoefening voor de gerichte spieropbouw van de onderrugspieren. De specifieke simulatie van het correct optillen van een object maakt cross-lifting functioneel. Crosslifting moet dus een vast onderdeel van zijn volksgezondheid-georiënteerd krachttraining.

Een laag trainingsgewicht spreekt voor zich. De uitoefening van hyperextensie is ook geschikt voor het trainen van deze spiergroepen. Dit belast ook de extensoren van de rug en er is geen risico op onjuiste belasting als de oefening correct wordt uitgevoerd.

In het verleden is crosslifting keer op keer in diskrediet gebracht, maar ten onrechte. Met de juiste toepassing bereikt cross-lifting de gehoopte successen, maar aangezien steeds meer onervaren atleten deze oefening proberen, zijn blessures onvermijdelijk. Naast de bovengenoemde aanpassingen aan de lage rugspieren, de dij Ook worden spieren, bilspieren en kuitspieren getraind. De crosslifting is trouwens een subdiscipline van de powerlifting bankdrukken en kniebuigen. Deze oefening moet niet worden gekozen als er problemen in de rug zijn.

Getrainde spieren

  • Lage rugspieren (Musculus erector spinae)
  • Quadriceps (M. quadriceps femoris)

Beschrijving Cross-lifting

De atleet staat schouderbreed met gespreide benen voor de halter bars. De schenen raken de halter bijna bars. De atleet squats met rechte rug en grijpt de halter vast bars schouderbreed.

Voeten wijzen naar buiten. Tijdens de contractiefase blijft de rug recht en verschuift de sporter het lichaamsgewicht naar achteren, alsof hij op een stoel zit. De dijen worden continu gestrekt totdat de atleet rechtop staat.

De beweging is traag tot levendig, maar zonder momentum. Speciale aandacht wordt besteed aan de excentrische (meegeven) fase, waarin de spieren meer belast kunnen worden. De halterstang wordt teruggebracht naar de startpositie. Het gewicht wordt meestal kort neergelegd, maar de spanning in de spieren moet worden gehandhaafd.

wijzigingen

Om de belasting van de voorste bovenbenen te minimaliseren, kan de atleet de beweging uitvoeren met de benen bijna gestrekt. Het gewicht moet worden verminderd omdat de dij strekspieren kunnen niet helpen tijdens de beweging. Deze variatie is vooral merkbaar in de onderrug.