Wat zijn nierwaarden?
Nierwaarden zijn laboratoriumparameters waarmee conclusies kunnen worden getrokken over de nierfunctie. De arts bepaalt heel vaak de volgende nierwaarden:
Andere bloedwaarden die informatie geven over de nierfunctie zijn elektrolyten, fosfaat en bloedgassen. Ook worden urinewaarden bepaald:
- PH waarde
- Eiwit
- bloed
- ketonen
- Suiker (glucose)
- leukocyten
- nitriet
Creatinine- en inulineklaring
Ureum en urinezuur
Urinezuur is een afbraakproduct van bouwstenen van het genetische informatie-DNA (deoxyribonucleïnezuur), meer specifiek de purinebasen adenine en guanine.
Wanneer worden de nierwaarden bepaald?
De arts bepaalt de nierwaarden in het bloed en de urine om nierziekten te diagnosticeren of het verloop ervan te volgen. De ureumwaarde wordt ook gebruikt om de eiwitinname te controleren bij patiënten met bekende nierzwakte (nierinsufficiëntie).
Wanneer zijn nierwaarden te laag?
De klaring van de stoffen inuline of creatinine geeft informatie over de filtratiecapaciteit van de nieren. Het neemt daarom af als de nierfunctie verminderd is (acute of chronische nierinsufficiëntie). In mindere mate neemt de creatinineklaring ook op natuurlijke wijze af naarmate de leeftijd toeneemt.
Een verlaagde creatininewaarde in het bloed is van geen betekenis. Het wordt alleen als incidentele bevinding aangetroffen bij patiënten met ondergewicht of een lage spiermassa.
De meest voorkomende oorzaak van lage urinezuurspiegels is een overdosis medicijnen die bedoeld zijn om de urinezuurspiegels te verlagen. Deze worden gebruikt om jicht te behandelen.
Nierwaarden: Tabel met onderste grenswaarden
heren |
Dames |
|
Creatinine (in serum) |
< 50 jaar: 0.84 - 1.25 mg/dl > 50 jaar: 0.81 – 1.44 mg/dl |
0.66 – 1.09 mg/dl |
Creatinine (in urine) |
1.5 – 2.5 g/24 uur |
1.0 g/24 uur |
Cystatine C |
0.5 - 0.96 mg / l |
0.57 - 0.96 mg / l |
Ureum |
< 50 jaar: 19 - 44 mg/dl > 50 jaar: 18 – 55 mg/dl |
> 50 jaar: 21 – 43 mg/dl |
Urinezuur (in serum) |
3.4 – 7.0 mg/dl |
2.4 – 5.7 mg/dl |
Wanneer zijn nierwaarden te hoog?
De gemeten waarden van de individuele nierwaarden reageren verschillend op verschillende ziekten. Redenen voor een verhoogd creatininegehalte zijn bijvoorbeeld
- Hoge bloeddruk als gevolg van vernauwing van de niervaten (renovasculaire hypertensie)
- Acromegalie (hormonale ziekte met vergroting van handen, voeten, oren, neus, enz.)
- Chronisch nierfalen (bijvoorbeeld als gevolg van diabetes mellitus of bindweefselziekten)
Als de concentratie urinezuur verhoogd is, noemen artsen dit hyperurikemie. Het is het gevolg van een aangeboren stofwisselingsstoornis of is er een symptoom van
- vastend
- slecht gecontroleerde diabetes mellitus
- een vetrijk dieet
- hypofunctie van de schildklier of bijschildklier
- Vergiftiging (bijv. Met lood)
Verhoogde nierwaarden worden ook aangetroffen bij ernstige algemene infecties zoals mazelen.
Nierwaarden: Tabel met bovengrenswaarden
heren |
Dames |
|
Creatinine (in serum) |
< 50 jaar: 1.25 mg/dl > 50 jaar: 1.44 mg/dl |
0.96 mg / dl |
Creatinine (in urine) |
2.5 g/24 uur |
1.3 g/24 uur |
Cystatine C |
0.96 mg / l |
|
Ureum |
< 50 jaar: 44 mg/dl > 50 jaar: 55 mg/dl |
< 50 jaar: 40 mg/dl > 50 jaar: 43 mg/dl |
Urinezuur (in serum) |
7.0 mg / dl |
5.7 mg / dl |
Urinezuur (rond urine) |
Wat te doen als de nierwaarden veranderen?
Als de nierwaarden verhoogd zijn, moet de arts eerst en vooral een nierziekte uitsluiten. Urinetesten geven hiervoor veel belangrijke aanwijzingen. Ze laten onder meer zien of er via de nieren eiwit of bloed verloren gaat. De nierspecialist (nefroloog) kan de urine ook onder de microscoop beoordelen.
Naast verschillende vormen van nierbeschadiging kunnen ook andere ziekten de nierwaarden veranderen. De arts moet deze mogelijkheden ook in samenhang met de symptomen van de patiënt in overweging nemen en dienovereenkomstig verdere onderzoeken uitvoeren.