Japanse encefalitis: triggers, symptomen, preventie

Kort overzicht

  • Wat is Japanse encefalitis? Een ontsteking van de hersenen veroorzaakt door een virus, dat vooral veel voorkomt in Zuidoost-Azië.
  • Oorzaken: Japanse encefalitisvirussen, die worden overgedragen door bloedzuigende muggen
  • Symptomen: meestal geen of slechts milde klachten zoals hoofdpijn en koorts, bij kinderen vooral maag-darmklachten. Zelden ernstige kuren met klachten als hoge koorts, stijve nek, toevallen, verlamming, bewustzijnsverlies en zelfs coma.
  • Diagnose: detectie van specifieke antilichamen tegen het Japanse encefalitisvirus in het bloed of hersenvocht (CSV)
  • Behandeling: alleen symptomatische behandeling mogelijk (verlichting van symptomen); indien nodig intensieve medische zorg
  • Prognose: 1 op de 250 besmette mensen wordt ernstig ziek. Tot 30 procent van de getroffenen sterft. 20 tot 30 procent van de overlevenden lijdt blijvende gevolgschade (zoals verlamming).

Japanse encefalitis: beschrijving

Japanse encefalitis is een ontsteking van de hersenen veroorzaakt door een virus. Er bestaat vooral een besmettingsrisico in Zuidoost-Azië en de westelijke Stille Oceaan, en dus voor meer dan drie miljard mensen.

Japanse encefalitis: voorkomen en risicogebieden

De risicogebieden voor infectie met Japanse encefalitis variëren van Oost-Azië (bijvoorbeeld Oost-Siberië, Korea, Japan) tot Zuidoost-Azië (Thailand, Vietnam, Cambodja, de Filippijnen, Indonesië, enz.) en Zuid-Azië (India, Nepal, enz.). In de westelijke Stille Oceaan kun je bijvoorbeeld ook het Japanse encefalitisvirus oplopen in Papoea-Nieuw-Guinea. En de virusziekte komt zelfs voor in het noordelijkste puntje van Australië.

In de gematigde klimaatzone van Azië kan Japanse encefalitis vooral in de zomer en herfst worden opgelopen. In tropisch-subtropische gebieden is het grootste risico op infectie tijdens en na het regenseizoen. In deze gebieden is het echter doorgaans het hele jaar mogelijk om besmet te raken met de ziekteverwekkers van Japanse encefalitis.

Japanse encefalitis: symptomen

Er verstrijken vier tot veertien dagen tussen de infectie en het verschijnen van de eerste symptomen (incubatietijd). De meeste geïnfecteerde mensen ontwikkelen echter helemaal geen symptomen of slechts milde symptomen die lijken op die van een griepachtige infectie (zoals koorts en hoofdpijn). Bij kinderen met Japanse encefalitis kunnen buikpijn en braken de belangrijkste initiële symptomen zijn.

  • hoge koorts
  • hoofdpijn
  • stijve nek
  • Gevoeligheid voor licht
  • Verstoring van de bewegingscoördinatie (ataxie)
  • Beven (trillen)
  • Verminderd bewustzijn tot coma
  • aanvallen
  • spastische verlamming

Deze ernstige symptomen van Japanse encefalitis kunnen worden verklaard door de verspreiding van de infectie naar het centrale zenuwstelsel: er ontstaat een ontsteking van de hersenen (encefalitis), die zich vervolgens kan verspreiden naar de hersenvliezen (gecombineerde ontsteking van de hersenen en de hersenvliezen = meningo-encefalitis). Een bijkomende ontsteking van het ruggenmerg is ook mogelijk (meningomyelo-encefalitis).

Een dergelijk ernstig beloop van Japanse encefalitis is vaak fataal of laat neurologische en psychiatrische gevolgen achter. Deze omvatten bijvoorbeeld tekenen van verlamming, herhaalde aanvallen of verlies van het spraakvermogen.

Japanse encefalitis verloopt vaak ernstig, vooral bij jonge kinderen en ouderen.

Japanse encefalitis: oorzaken en risicofactoren

Japanse encefalitis wordt veroorzaakt door het Japanse encefalitisvirus (JEV). Het behoort tot de zogenaamde flavivirussen. Andere leden van deze virusfamilie zijn onder meer het West-Nijlvirus, het gele koortsvirus en de veroorzaker van door teken overgedragen encefalitis (TBE).

Anders dan bij besmette varkens of watervogels kan de hoeveelheid virus in het bloed van besmette mensen nooit zodanig toenemen dat gezonde muggen tijdens een bloedmaaltijd besmet raken en zo een besmettingsrisico voor andere mensen vormen.

Er bestaat een verhoogd risico op het oplopen van Japanse encefalitis, vooral voor de bevolking op het platteland en in de voorstedelijke gebieden in de hierboven genoemde risicogebieden. In deze gebieden leven mensen meestal in de nabijheid van de gastdieren van de ziekteverwekker (varkens, watervogels).

Japanse encefalitis komt vooral veel voor in regio's met extensieve rijstteelt en/of varkenshouderij. Rijstgebieden spelen een rol omdat de vochtige omgeving optimale broedomstandigheden biedt voor de belangrijkste vectoren van de ziekte: de rijstveldmuggen. Luchtvochtigheid is ook de reden waarom uitbraken van de ziekte vaak vaker voorkomen tijdens het regenseizoen en daarna. Veel stilstaand water in combinatie met een warm klimaat bieden ideale omstandigheden voor de verspreiding van het Japanse encefalitisvirus.

Japanse encefalitis: onderzoek en diagnose

Tegelijkertijd moeten andere mogelijke oorzaken van de hersenontsteking (bijv. andere virussen, bacteriën) met passend onderzoek worden uitgesloten. Dit voorkomt dat andere, behandelbare oorzaken, zoals bacteriële infecties, over het hoofd worden gezien.

Japanse encefalitis: behandeling

Tot op heden bestaat er geen gerichte, dat wil zeggen causale, therapie voor Japanse encefalitis. De ziekte kan alleen symptomatisch worden behandeld, dat wil zeggen door de symptomen van de patiënt te verlichten. De arts kan bijvoorbeeld anticonvulsiva aan de patiënt toedienen.

Japanse encefalitis wordt vaak behandeld op de intensive care. Indien nodig kan daar een slechte algemene toestand beter worden gestabiliseerd. Bovenal moet de intracraniële druk nauwlettend worden gecontroleerd en mogelijk worden verlaagd (encefalitis kan ervoor zorgen dat de hersenen gevaarlijk opzwellen!).

Japanse encefalitis moet zo snel en zorgvuldig mogelijk worden behandeld. Dit vergroot de overlevingskansen van de patiënt en verkleint de kans op secundaire schade.

Japanse encefalitis: verloop van de ziekte en prognose

Japanse encefalitis: vaccinatie

Iedereen die een reis plant naar een gebied waar Japanse encefalitis wijdverbreid is, kan zich met een vaccinatie tegen infectie beschermen. Het beschikbare vaccin kan vanaf de leeftijd van 2 maanden worden geïnjecteerd. Voor een effectieve bescherming zijn twee vaccindoses nodig. Normaal gesproken worden ze met een tussenpoos van 28 dagen toegediend.

Voor volwassenen tot 65 jaar bestaat er ook de mogelijkheid tot een sneller vaccinatieschema, bijvoorbeeld voor op korte termijn geplande reizen naar Azië. In dit geval wordt de tweede vaccinatiedosis zeven dagen na de eerste gegeven.

Meer over de toediening, effectiviteit en mogelijke bijwerkingen van deze vaccinatie leest u in het artikel Japanse encefalitis vaccinatie.

Japanse encefalitis: andere preventieve maatregelen

Naast de vaccinatie is er nog een andere manier om infectie met het Japanse encefalitisvirus te voorkomen – door jezelf zorgvuldig te beschermen tegen muggenbeten:

De Culex-muggen die het Japanse encefalitisvirus overbrengen, zijn vooral 's avonds en 's nachts actief. Tijdens deze periode moet u er daarom bijzonder goed op letten dat u zich tegen muggenbeten beschermt als u zich in een risicogebied bevindt. Belangrijke tips:

  • Gebruik een geschikt muggenmiddel.
  • Slaap onder een klamboe om de dragers van Japanse encefalitis 's nachts bij u weg te houden.