Injecties

Producten

Injectiepreparaten zijn goedgekeurd als geneesmiddel.

Structuur en eigenschappen

Injectiepreparaten zijn steriel solutions, emulsiesof schorsingen bereid door het oplossen, emulgeren of suspenderen van het actieve ingrediënt en excipiënten in water of een geschikte niet-waterige vloeistof (bijvoorbeeld vette oliën). Vergeleken met infusies, dit zijn meestal kleine volumes in het bereik van minder dan een milliliter tot enkele milliliter. Ze kunnen ook vers worden bereid uit een poeder of concentreer voorafgaand aan administratie. Vereisten voor injectiepreparaten:

  • Steriel
  • Pyrogeenvrij
  • Bloed isotoon / isohydrisch
  • Vrij van zwevende deeltjes

Isotoniciteit is minder relevant voor kleine volumes dan voor infusies.

Effecten

Vanwege de directe toepassing is het dosis komt snel in de bloedbaan. Daarom treden de farmacologische effecten veel sneller op dan bij peroraal administratie. Dit is vooral belangrijk bij medische noodgevallen. Injecties kunnen ook worden toegediend aan bewusteloze patiënten. In dit verband moet worden opgemerkt dat er ook injectables met een depoteffect bestaan. Een andere reden voor injecties is onvoldoende oraal biobeschikbaarheid, bijvoorbeeld van biologics. Ten slotte kan een bepaalde drugtargeting ook worden bereikt met injecties.

Indicaties

Voor tal van indicaties.

Dosering

Injecties worden parenteraal toegediend. Typische routes van administratie omvatten intraveneuze injectie (in een ader), subcutane injectie (onder de huid), En intramusculaire injectie (in een spier). Injecties worden meestal toegediend door professionele zorgverleners. Er zijn echter ook drugs op de markt die door patiënten zelf kunnen worden geïnjecteerd na adequate instructie. Deze omvatten bijvoorbeeld biologics, insulines, antidiabetica, heparines met een laag molecuulgewicht en antireumatisch drugs. Voor toediening moet worden gecontroleerd of het preparaat aan de eisen voldoet. Schorsingen moet heen en weer worden geschud of geschud. De injectieplaats moet voor en na injectie worden gedesinfecteerd. Gooi gebruikte spuiten in een afvaldoos. Gebruikte injectiespuiten zijn onder meer wegwerpspuiten en naalden, pennen, voorgevulde spuiten, en auto-injectoren.

Bijwerkingen

De meest voorkomende mogelijke bijwerkingen omvatten lokale reacties op de injectieplaats, zoals pijneen gevoel van beklemming, roodheid, huiduitslag, ongemak en bloeding. Angst voor injecties: Een injectie kan bij sommige patiënten onaangename symptomen veroorzaken, zoals bleekheid, zweten, licht gevoel in het hoofd, duizeligheid en flauwvallen. Dit wordt veroorzaakt door een drop-in bloed druk als gevolg van een autonome reactie van een lage hart- snelheid en vasodilatatie. Letsel: Bij onoordeelkundig gebruik en ongevallen kunnen de naalden letsel veroorzaken. Per ongeluk prikken met gebruikte spuiten kan infectieziekten overbrengen, zoals hepatitis B of HIV. Allergische reacties: Zeer zelden, ernstig allergische reactie, Genaamd anafylaxie, kan zich ontwikkelen na een injectie bij gevoelige patiënten. Andere bijwerkingen zijn afhankelijk van de gebruikte actieve ingrediënten.