Hyperventilatie

Bij hyperventilatie (synoniemen: respiratoire neurose; versneld ademhaling; Functionele stoornis van de ademhalingsorganen; Functionele stoornis van psychische oorsprong van de ademhalingsorganen; Hyperpneu; Hyperventilatiesyndroom; Hyperventilatie tetanie; Hysterische kortademigheid; Hysterische hyperventilatie; Hysterische hyperventilatie tetanie; Orgaanneurose van ademhalingsorganen; Psychogene ademhalingsstoornis; Psychogene ademhalingsstoornis; Psychogene hyperventilatie; Psychogene hyperventilatiestetanie; Psychogene honger naar de lucht; Psychogene aandoening van ademhalingsorganen; Psychogene slepende ademhaling; ICD-10-GM R06. 4: Hyperventilatie; ICD-10-GM F45.3: Somatoforme autonome disfunctie: hyperventilatie) gaat gepaard met toegenomen ademhaling verder dan nodig is.

Hyperventilatie kan veel verschillende oorzaken hebben.

Hyperventilatie kan naar aanleiding van de oorzaak worden onderverdeeld in de volgende vormen:

  • Psychogene hyperventilatie (ICD-10-GM F45.3: Somatoforme autonome disfunctie: hyperventilatie) - de meest voorkomende vorm; triggers zijn voornamelijk angst, opwinding, spanning, paniek, agressie, Depressie.
  • Somatische hyperventilatie (ICD-10-GM R06.4: hyperventilatie) - inclusief long ziekte, hoog koorts, calcium, magnesium tekort, traumatisch hersenletsel (BEETJE).

Verder kan hyperventilatie worden onderverdeeld in:

  • Primaire hyperventilatie - verstoring van de ademhalingsfunctie als gevolg van somatische of psychische stoornissen.
  • Secundaire hyperventilatie - als reactie op zuurstof deficiëntie (bijv. als gevolg van cardiovasculaire aandoeningen).
  • Hyperventilatie tijdens gecontroleerde ademhaling (vanwege een verhoogde ademhalingsbehoefte).
  • Acuut hyperventilatiesyndroom - hyperventilatie van aanvallen met de typische tetanische symptomen (hyperventilatie tetanie).
  • Chronisch hyperventilatiesyndroom - behoort tot de groep van somatisatiestoornissen.

Genderratio: vrouwen en mannen worden in gelijke mate beïnvloed. Acute hyperventilatie treft jonge vrouwen vaker dan mannen.

Frequentiepiek: de ziekte komt voornamelijk voor in het 2e en 3e levensdecennium. De frequentie neemt af met het ouder worden.

De prevalentie (ziektefrequentie) is 5-10% van de volwassenen (in Duitsland).

Verloop en prognose: de behandeling van de onderliggende ziekte staat op de voorgrond. Als het een acute hyperventilatie-aanval is, is de prognose gunstig. In de chronische vorm van de ziekte treedt verbetering op bij 60% van de getroffenen.