Waar wil een oudere of terminaal zieke sterven? Afhankelijk van de privé- en medische situatie zijn er verschillende plekken mogelijk: thuis, in een hospice, in een bejaarden- of verpleeghuis of in het ziekenhuis. Elke plaats heeft zijn eigen bijzonderheden wat betreft de mensen om je heen, de regels – en natuurlijk de kosten. De sfeer, de mogelijkheid om nabestaanden te betrekken en niet in de laatste plaats de wijze waarop de stervende wordt behandeld verschillen.
Het intramurale hospice
Allereerst: wat is een hospice? Een intramuraal hospice is zowel structureel, organisatorisch als economisch een zelfstandige voorziening. Elk hospice heeft eigen opgeleid personeel en een eigen concept. Het doel is echter altijd om elke patiënt aan het einde van zijn leven de best mogelijke psychologische, (palliatieve) verpleegkundige en (palliatieve) medische zorg te bieden in een harmonieuze omgeving.
Deze verpleegkundige zorg in een hospice wordt verleend door opgeleid, fulltime en vrijwillig verplegend personeel. De medische zorg wordt verleend door artsen met ervaring in de palliatieve geneeskunde. Maatschappelijk werkers, psychologen en aalmoezeniers zorgen voor de psychologische en pastorale behoeften van patiënten en familieleden – vaak op vrijwillige basis.
Naast hospices voor volwassenen zijn er in sommige landen (zoals Duitsland en Oostenrijk) ook kinderhospices. Omdat het aanbod echter doorgaans nauwelijks aan de vraag voldoet, moeten geïnteresseerde patiënten en familieleden op veel plaatsen rekening houden met wachttijden.
Thuis sterven
Veel palliatieve patiënten sterven het liefst thuis, in een vertrouwde omgeving. Poliklinische/mobiele diensten kunnen dit vaak mogelijk maken.
In Duitsland zijn bijvoorbeeld poliklinische verpleeg- en hospicediensten beschikbaar en – voor patiënten in complexere situaties – palliatieve zorgteams (PCT). Overeenkomstige zorgstructuren in Oostenrijk omvatten mobiele verpleeg- en zorgdiensten, mobiele palliatieve zorgteams en hospiceteams. In Zwitserland kunnen externe ziekenhuiszorgdiensten en mobiele palliatieve zorgdiensten ernstig zieke of stervende patiënten in staat stellen de laatste fase van hun leven in hun eigen huis door te brengen.
Ook nabestaanden hebben een open oor voor de nabestaanden van de patiënt. Bijvoorbeeld als het gaat om rouwen of het organiseren van de uitvaart. Hospicediensten/hospiceteams zijn er ook voor familieleden.
Meer over de verschillende zorgstructuren voor palliatieve patiënten leest u hier.
Sterven in een verzorgingshuis
Het is niet mogelijk om een algemene uitspraak te doen over de competentie en kwaliteit van de hospicezorg in bejaarden- en verpleeghuizen. Dit komt doordat iedere woning een ander concept, een andere filosofie en ook een andere bezetting en ruimtelijke capaciteit heeft.
In veel tehuizen is de personeelsbezetting echter laag: er is te weinig personeel voor de patiënten. Hierdoor blijft er vaak te weinig tijd over om aan de eisen en behoeften van een stervende persoon te voldoen. Er is doorgaans ook minder betrokkenheid en ondersteuning voor familieleden dan in een hospice, op een palliatieve zorgafdeling in een ziekenhuis of via poliklinische (mobiele) hospicediensten of hospiceteams.
Poliklinische/mobiele hospicediensten of hospiceteams kunnen echter op verzoek ook patiënten in verpleeghuizen in hun laatste levensfase begeleiden, evenals vrijwillige begeleiders bij het levenseinde.
Sterven in het ziekenhuis
Er werken artsen en verpleegkundigen opgeleid in de palliatieve geneeskunde, ondersteund door vertegenwoordigers van andere beroepsgroepen zoals psychologen en maatschappelijk werkers. Ook bij de zorg voor ernstig zieke en stervende patiënten zijn kapelaans en vrijwilligers betrokken. Zij moeten uitgebreide zorg krijgen op alle gebieden – medisch, verpleegkundig en psychosociaal – in overeenstemming met hun behoeften.
De wetenschap dat ze op elk moment de juiste zorg kunnen krijgen, verlicht bij veel patiënten de angst voor pijn, kortademigheid of andere ondraaglijke symptomen en maakt hun laatste dagen een beetje gemakkelijker. Ook nabestaanden profiteren van de professionele XNUMX-uurszorg: zij kunnen de verantwoordelijkheid uit handen geven en zich af en toe terugtrekken om de batterijen voor zichzelf en de stervende op te laden.
Toch blijft het ziekenhuis een ziekenhuis: de omgeving is onbekend, het personeel wisselt vaker, er ontstaat een bepaalde routine bij de artsen en het verplegend personeel en het is lastig om voldoende privacy te garanderen.