Acute buik: diagnostische tests

Verplichte diagnostiek van medische hulpmiddelen. Abdominale echografie (echografie van buikorganen) – als standaard diagnostisch hulpmiddel voor buikpijn [inclusief vrij vocht, vrije lucht (vermoeden van gaatjesperforatie; hier CT als alternatief indien nodig), darmwandveranderingen (bijv. ileitis/chronische inflammatoire darmziekte, diverticulitis/ontsteking van uitsteeksels van de darm), veranderingen in de galblaas, gal … Acute buik: diagnostische tests

Acute buik: symptomen, klachten, tekenen

De volgende klachten beschrijven het symptoomcomplex "acute buik": Buikpijn* (buikpijn) - acuut begin of pijn die progressief aanhoudt gedurende 24 uur. Defensieve spanning (door toperitonitis/peritonitis). Verstoring van de darmperistaltiek: mogelijk paralytische ileus/paralytische darmobstructie (afwezige darmgeluiden, mogelijk meteorisme/winderigheid); misselijkheid (misselijkheid)/braken. Bloedsomloopstoornissen tot aan de shocksymptomatologie * Buikpijn … Acute buik: symptomen, klachten, tekenen

Anale ongemak (anorectale pijn)

Anorectale pijn - in de volksmond anaal ongemak genoemd - (synoniemen: anaal ongemak; anaal ongemak; anaal pijnsyndroom; anale pijn; anorectaal pijnsyndroom; anusirritatie; anuspijn; perineale pijn; proctalgie; proctalgie; proctodynie; rectaal ongemak; rectale pijn; rectaal pijn; rectale pijn; ICD-10-GM K62: Andere gespecificeerde ziekten van de anus en het rectum; ICD-8-GM R10: Bekken- en perineale pijn) … Anale ongemak (anorectale pijn)

Anale ongemak (anorectale pijn): medische geschiedenis

Medische geschiedenis (ziektegeschiedenis) is een belangrijk onderdeel bij de diagnose van anorectale pijn (anaal ongemak). Familiegeschiedenis Hoe is de algemene gezondheid van uw familieleden? Zijn er ziekten in uw familie die veel voorkomen? Sociale geschiedenis Wat is uw beroep? Zijn er aanwijzingen voor psychosociale stress of spanning als gevolg van uw … Anale ongemak (anorectale pijn): medische geschiedenis

Acute buik: medische geschiedenis

De medische geschiedenis (ziektegeschiedenis) vormt een belangrijk onderdeel bij de diagnose van acute buik. Familiegeschiedenis Sociale geschiedenis Huidige anamnese/systemische anamnese (somatische en psychische klachten). Hoe lang is de pijn al aanwezig? Is de pijn veranderd? Sterker worden? Waar is de pijn begonnen? Waar is de pijn nu precies gelokaliseerd? Heeft de pijn... Acute buik: medische geschiedenis

Acute buik: of iets anders? Differentiële diagnose

Congenitale misvormingen, misvormingen en chromosomale afwijkingen (Q00-Q99). Duodenale atresie (synoniem: duodenojejunale atresie) – aangeboren ontwikkelingsstoornis waarbij het lumen van de twaalfvingerige darm niet duidelijk is [prematuur/pasgeboren]. Ileum atresie – aangeboren ontwikkelingsstoornis waarbij het ileum (ileum), dwz het onderste deel van de dunne darm, verstopt is [prematuur/pasgeboren] Meckel's diverticulum (Meckel's diverticulum; diverticulum ilei) … Acute buik: of iets anders? Differentiële diagnose

Acute buik: onderzoek

Een uitgebreid klinisch onderzoek vormt de basis voor het selecteren van verdere diagnostische stappen: Algemeen lichamelijk onderzoek – inclusief bloeddruk, pols, lichaamsgewicht, lengte; verder: Keuring (bezichtiging). Huid, slijmvliezen en sclerae (wit deel van het oog) [geelzucht/geelzucht]. Buik (buik) Vorm van de buik? Huidskleur? Huidtextuur? Uitbloeiingen (huidveranderingen)? pulsaties? Darmbewegingen? Zichtbaar … Acute buik: onderzoek

Polspijn: of iets anders? Differentiële diagnose

Musculoskeletaal systeem en bindweefsel (M00-M99). Artrose, bijv. rhizarthrose (artrose van het duimzadelgewricht) [belastingsafhankelijke pijn op de kruising van de duim (1e middenhandsbeentje) en de pols] Chondrocalcinose (synoniem: pseudojicht); jichtachtige gewrichtsaandoening veroorzaakt door afzetting van calciumpyrofosfaat in kraakbeen en andere weefsels; leidt onder meer tot gewrichtsdegeneratie (vaak van … Polspijn: of iets anders? Differentiële diagnose

Polspijn: complicaties

De volgende zijn de belangrijkste aandoeningen of complicaties waaraan kan worden bijgedragen door polsartralgie (polspijn): skeletspierstelsel en bindweefsel (M00-M99). Bewegingsbeperking / beperking

Polspijn: onderzoek

Een uitgebreid klinisch onderzoek vormt de basis voor het selecteren van verdere diagnostische stappen: Algemeen lichamelijk onderzoek – inclusief bloeddruk, pols, lichaamsgewicht, lengte; verder: Keuring (bezichtiging). Huid (normaal: intact; schaafwonden, roodheid, hematomen (blauwe plekken), littekens) en slijmvliezen. Gewricht (schaafwonden/wonden, zwelling (tumor), roodheid (rubor), hyperthermie (calor); letselindicaties zoals hematoomvorming, arthritische gewrichtsklonterigheid, been … Polspijn: onderzoek

Polspijn: test en diagnose

Laboratoriumparameters van de 2e orde - afhankelijk van de resultaten van de anamnese, lichamelijk onderzoek en verplichte laboratoriumparameters - voor differentiële diagnostische verduidelijking. Ontstekingsparameters - CRP (C-reactief proteïne). Urinezuur Indien nodig reuma diagnostiek (zie bij bijbehorend ziektebeeld).

Polspijn: medicamenteuze therapie

Therapiedoelen Vermindering van pijn en daarmee toename van mobiliteit. Diagnosebevinding Therapieaanbevelingen Analgesie (pijnverlichting) tijdens diagnose tot definitieve therapie volgens WHO-stadiëringsschema: niet-opioïde analgeticum (paracetamol, eerstelijnsmiddel). Opioïde analgeticum met lage potentie (bijv. tramadol) + niet-opioïde analgeticum. Krachtige opioïde analgeticum (bijv. morfine) + niet-opioïde analgeticum. Eventueel ontstekingsremmende medicijnen/geneesmiddelen die … Polspijn: medicamenteuze therapie