Fysiotherapie voor Patella Tip Syndroom

Fysiotherapie speelt een belangrijke rol in het revalidatieproces van patella tendinitis, zowel als conservatieve behandelmethode als na een operatie. Patellair tendinitis is een overbelastingsziekte van de patella (knieschijf). De belangrijkste focus van fysiotherapeutische behandeling voor patellapees syndroom is allereerst de behandeling van pijn, dan de opbouw van spieren en coördinatie training en tenslotte het geven van een goed lichaamsgevoel aan de patiënt om herhaling van het patellapees syndroom te voorkomen. Afhankelijk van de oorzaak van patella tendinitis en of chirurgie voorafgaat aan fysiotherapie, variëren de behandelplannen enigszins.

Fysiotherapie

Wanneer een patiënt naar de fysiotherapeutische praktijk wordt gebracht met de diagnose patellaire punt syndroom, de eerste stap is het nemen van een eerste anamnese. Dit betekent dat de behandelende therapeut een beeld krijgt van de ziekte met behulp van het aanwezige medisch dossier, specifieke vragen aan de patiënt en een fysiek onderzoek. Dit is erg belangrijk voor het opstellen van een individueel therapieplan, omdat er rekening moet worden gehouden met de oorzaak van de patellaire tendinitis.

Afhankelijk van het feit of de patiënt al dan niet een operatie aan de patellapees heeft ondergaan, begint fysiotherapie meestal met technieken voor pijn Verlichting. Deze omvatten warmte, koude en elektrotherapie, massages, ultrageluid en schokken golftherapie, evenals passieve oefeningen. Bij zogenaamde passieve oefeningen beweegt de therapeut die van de patiënt been zonder de hulp van de patiënt.

In het geval van acute patellaire tendinitis moet de patiënt gedurende 8-12 weken volledig afzien van sportactiviteiten buiten de fysiotherapie. Dit is de enige manier om de blessure zonder problemen te laten genezen. In de volgende fase van fysiotherapie is het belangrijkste doel om de spieren te versterken (vooral de dij spieren) en om oefeningen voor uit te voeren coördinatie en stabiliteit.

In veel gevallen kan het ook zinvol zijn om met de patiënt gerichte bewegingstraining uit te voeren, waarbij de patiënt leert onjuiste houdingen / bewegingen te vermijden of te corrigeren. Na ongeveer 12 weken kan de patiënt langzaam weer sporten zoals lopend, zwemmen of wandelen. Het is belangrijk dat de getroffen persoon voor de training altijd voldoende opwarmt en strekt, zodat blessures worden voorkomen en de ligamenten en pezen worden niet te veel gestrest. Vaak kan het ook nuttig zijn om professioneel advies in te winnen over het kopen van geschikt schoeisel.