Echografie | Onderzoek tijdens de zwangerschap

sonography

Volgens de richtlijnen voor moederschap, drie ultrageluid examens worden gepland tijdens zwangerschap. De eerste vindt plaats tussen de 9e en 12e week van zwangerschap. Tijdens dit eerste onderzoek wordt gecontroleerd of de embryo- is correct in de baarmoeder en of er een veelvoud is zwangerschap.

Vervolgens wordt gecontroleerd of het embryo- ontwikkelt zich in de tijd en of er aanwijzingen zijn voor cardiale actie. Ten slotte wordt de lengte van de kruinstomp gemeten en eventueel gebruikt om de duur van de zwangerschap te corrigeren. De seconde ultrageluid onderzoek vindt plaats tussen de 19e en 22e week van de zwangerschap.

Allereerst wordt gecontroleerd of de placenta heeft een normale zitplaats in de baarmoeder en de hoeveelheid vruchtwater wordt beoordeeld. Vervolgens wordt het echografisch onderzoek van het kind uitgevoerd. Er wordt opnieuw aandacht besteed aan de hart- actie en nu ook naar kinderlijke bewegingen. Verder wordt het hele lichaam van het ongeboren kind onderzocht en worden enkele metingen gedaan, wat bij afwijkende waarden kan duiden op abnormale ontwikkelingen.

De derde ultrageluid wordt uitgevoerd tussen de 29e en 32e week van de zwangerschap. Nogmaals, de placenta wordt beoordeeld en de goede ontwikkeling van het kind wordt gecontroleerd. Daarnaast kan aan de hand van meetwaarden het gewicht worden ingeschat. Uitgebreide informatie over dit onderwerp vindt u op Echografie tijdens zwangerschap

Obstetrische Doppler-echografie

Doppler-echografie wordt gebruikt om de bloed stroom in de schepen. Tijdens de zwangerschap wordt dit onderzoek gebruikt om de bloed levering aan het ongeboren kind om een ​​tekort in een vroeg stadium op te sporen. Meestal Doppler-echografie wordt uitgevoerd in de tweede helft van de zwangerschap, vooral als een trage groei of misvorming van het kind wordt vermoed.

Andere redenen om dit onderzoek uit te voeren zijn hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap, gebrekkige geboortes in het verleden of sterfgevallen door fruit, een opvallende CTG (cardiotocogram) of een meerlingzwangerschap met niet-parallelle groei van de kinderen. Tijdens het onderzoek het bloed stroom wordt op verschillende punten gemeten, zowel bij de moeder als bij het kind. De stroomsnelheid wordt gemeten in de baarmoeder slagader van de moeder, in de navelstreng slagaders en in een van de hersenen schepen van het ongeboren kind. Aan de hand van deze metingen kan worden beoordeeld of het kind te weinig aanbod krijgt. Gedetailleerde informatie over dit onderwerp vindt u op Doppler-echografie tijdens de zwangerschap