Kort overzicht
- Symptomen: Ernstige problemen met rekenen (tafels van vermenigvuldiging, elementaire rekenkunde, tekstproblemen) en met het verwerken van getallen en kwantiteiten, psychische klachten zoals faalangst, depressie, somatische klachten, aandachtstekorten, agressief gedrag.
- Oorzaken: Tot nu toe grotendeels onduidelijk, besproken zijn hersenstoornissen en epilepsieën in de vroege kinderjaren, genetische redenen, een verband met een lees- en spellingstoornis.
- Diagnose: Vroegtijdige diagnose is cruciaal voor het succes van de behandeling, diagnostisch gesprek met specialisten, beoordeling van de schoolontwikkeling, opheldering door middel van speciale tests, lichamelijke onderzoeken (zoals gezichts- en gehoortests, neurologisch onderzoek).
Wat is dyscalculie?
Het antwoord op deze vraag is, kort gezegd, een diepgaande moeilijkheid in de omgang met wiskunde. Daarom wordt dyscalculie ook wel dyscalculie genoemd. Het behoort tot de zogenaamde leerstoornissen. Deze groep schoolontwikkelingsstoornissen beïnvloedt niet alleen het rekenen, maar ook andere vaardigheden zoals lezen of schrijven – deze ontwikkelen zich niet ‘normaal’. De achtergrond is een gedefinieerd falen van de hersenprestaties.
In bijna alle gevallen manifesteert dyscalculie zich al in de kindertijd. Dyscalculie wordt gekenmerkt door een discrepantie tussen verwachte en werkelijke prestaties. De getroffenen hebben grote problemen met aantallen en hoeveelheden. Als gevolg hiervan vinden ze zelfs eenvoudige berekeningen moeilijk of onmogelijk te begrijpen. Als gevolg van dyscalculie zijn de prestaties niet alleen zwak in de wiskunde, maar ook in de natuurkunde- of scheikundelessen.
Dyscalculie houdt niet op bij de schooljaren, maar leidt meestal tot problemen in onderwijs of opleiding, op de universiteit, op het werk of in het privéleven op volwassen leeftijd.
Combinatie met andere aandoeningen
Frequentie van dyscalculie
Recente onderzoeken naar de frequentie van dyscalculie komen in verschillende landen tot vergelijkbare resultaten. In Duitsland heeft bijvoorbeeld tussen de drie en zeven procent van de kinderen, adolescenten en volwassenen dyscalculie.
Interessant genoeg komt dyscalculie vaker voor bij Amerikaanse kinderen dan in Duitsland. Verschillen in het schoolsysteem kunnen hier mede verantwoordelijk voor zijn.
Hoe herken je dyscalculie?
Bovendien is het visueel-ruimtelijke werkgeheugen aangetast. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in het feit dat getroffen personen moeite hebben met het onthouden van de posities van getallen in een matrix (rangschikking zoals in een tabel).
Symptomen op de kleuterschool of kleuterschool
Bewijs van een verhoogd risico op dyscalculie is al in de kleuterleeftijd mogelijk. Het herkennen van dyscalculie op deze leeftijd is echter niet altijd eenvoudig. De eerste tekenen zijn problemen met verhoudingen en tellen. Het omgaan met eenheden (zoals gewicht) en het decimale systeem veroorzaakt ook problemen.
Symptomen op de basisschool
Vingers tellen is in principe een normaal hulpmiddel bij het leren van rekenstrategieën. Aan de andere kant is het langdurig tellen van de vingers, vooral bij gemakkelijke en geoefende taken, soms een ander teken van dyscalculie.
Symptomen in het dagelijks leven
Voor kinderen met dyscalculie doen zich ook in het dagelijks leven verschillende problemen voor. Zo is zowel het lezen van de klok als het omgaan met geld een grote uitdaging voor de getroffenen.
Psychologische stress
Enerzijds trekken getroffen kinderen zich vaak terug en ontwikkelen ze (examen)angst, depressieve klachten en somatische klachten. Somatische klachten zijn lichamelijke klachten zoals hoofdpijn of buikpijn waarvoor geen organische oorzaak kan worden gevonden. Aan de andere kant zijn aandachtstekorten, delinquent (= afwijken van de norm) en agressief gedrag mogelijk bij de getroffen kinderen.
Is dyscalculie behandelbaar?
Dyscalculie is behandelbaar, maar niet te genezen. Dyscalculietherapie is vrijwel uitsluitend gebaseerd op individuele en gerichte ondersteuning van het getroffen kind. De getroffenen krijgen geen medische maatregelen, vooral geen medicijnen.
- Rekentraining
- Gedragstherapie
- Neuropsychologische opleiding
Rekenvaardigheid training
De rekentraining is gebaseerd op het leerplan of staat daar los van. Lees meer over de toegepaste oefenmethoden in het artikel Dyscalculie Oefeningen.
Gedrags- en neuropsychologische training
Individueel doel
Het doel van therapie voor dyscalculie is dat het kind zijn of haar eigen wiskundig denken opbouwt en zo een gevoel voor cijfers ontwikkelt. Hierdoor kan het kind de basisvaardigheden van de wiskunde onder de knie krijgen, zodat hij optimaal van de lessen kan profiteren.
Begrip en medewerking van ouders
De basis voor het correct omgaan met dyscalculie is een nauwkeurig begrip van de stoornis. De dyscalculie betekent niet dat er sprake is van een verminderde intelligentie! Het is echter belangrijk dat de familieleden de omvang en gevolgen van dyscalculie begrijpen. Hierbij hoort bijvoorbeeld de wetenschap dat verschillende psychologische factoren zoals druk en frustratie een rol spelen bij dyscalculie.
Ondanks de complimenten die altijd worden aanbevolen, is het belangrijk om niet te veel van het kind te verwachten. Het is belangrijk dat het kind het perspectief van de behandeling begrijpt: therapie biedt ondersteuning op de lange termijn en helpt de situatie voor de toekomst te verbeteren.
Het betrekken van de school
Therapie voor adolescenten en volwassenen
Tot nu toe hebben de remediërende programma’s zich vooral gericht op de kleuter- en basisschoolomgeving. Daarom zijn er slechts enkele aantrekkelijke ondersteunende materialen voor adolescenten en volwassenen. Er is behoefte aan onderzoek naar het langetermijnverloop van dyscalculie tot in de volwassenheid en de mogelijke ontwikkeling van bijkomende stoornissen, vooral wiskunde- en schoolangst.
Duur en kosten van de therapie
Het is lastig om een uitspraak te doen over de duur van dyscalculietherapie. In de meeste gevallen duurt de therapie minimaal één jaar. De voortgang is echter in individuele gevallen zeer moeilijk te voorspellen.
Wat zijn oorzaken en risicofactoren?
Mogelijke risicofactoren
Hersenstoornissen en epilepsieën in de vroege kinderjaren kunnen dyscalculie veroorzaken. Daarnaast spelen psychosociale en educatieve factoren een belangrijke rol.
Genetische oorzaken
Uit onderzoek bij gezinnen en tweelingen blijkt dat dyscalculie tot op zekere hoogte erfelijk is. Ongeveer 45 procent van de getroffenen heeft familieleden met leerstoornissen.
Dyscalculie komt soms voor in de context van genetische aandoeningen zoals het syndroom van Turner of fenylketonurie.
Verbinding met dyslexie?
Hoe wordt dyscalculie onderzocht en gediagnosticeerd?
Een vroege diagnose van dyscalculie is belangrijk, zodat het getroffen kind naast de schoollessen passende ondersteuning krijgt. Alleen zo kunnen hiaten in de kennis snel worden gedicht en verliest het kind het contact met de lessen niet.
Diagnostisch interview
Specialisten op het gebied van leerstoornissen zijn kinder- en jeugdpsychiaters of overeenkomstige psychotherapeuten. Om het diagnostisch gesprek te starten is het belangrijk dat de arts zowel de ouders als het getroffen kind naar de dyscalculie vraagt. Vaak worden misverstanden op dit punt opgehelderd.
Vervolgens praat hij uitgebreid met de ouders over de dyscalculiesymptomen van het kind. Ook eventuele taal- en motorische ontwikkelingsstoornissen dienen besproken te worden. Er kunnen ook psychologische spanningen zijn die de drift van het kind verminderen. Ten slotte zal de arts ook rekening houden met de gezinssituatie om eventuele familiale spanningen te identificeren. Ten slotte moet ook de vraag worden opgehelderd of er al maatregelen zijn genomen tegen de dyscalculie.
De basis voor het onderzoek is het onderzoek naar de leerstatus en schoolontwikkeling. Hierbij hoort ook het rapport van de school. Dit rapport zou alle schoolgebieden moeten bestrijken, inclusief de motivatie van het kind, omdat zwakke taalvaardigheden soms ook in verband worden gebracht met dyscalculie. Frequente klassen- en schoolwisselingen zijn ook een risicofactor voor academische problemen.
Tests
Fysiek onderzoek
Een grondig lichamelijk onderzoek is belangrijk om eventuele neurologische of sensorische tekorten vast te stellen, zoals aandachtstekorten, spraakproblemen, geheugenproblemen en visueel-ruimtelijke zwakte. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan visuele en gehoorproblemen. De arts stelt de intellectuele capaciteiten vast door middel van een gestandaardiseerde intelligentietest.
De diagnose ‘dyscalculie’ wordt gesteld als aan de volgende criteria wordt voldaan:
- Bij gestandaardiseerde rekentoetsen wordt een resultaat behaald dat tot de slechtste tien procent behoort.
- Het intelligentiequotiënt is groter dan 70.
- Het verschil tussen de resultaten van de rekentoetsen en het intelligentiequotiënt is aanzienlijk.
- Dyscalculie is vóór het zesde leerjaar verschenen.
Het is belangrijk om de mogelijkheid uit te sluiten dat de ‘wiskundige zwakte’ alleen bestaat door gebrek aan onderwijs, neurologische ziekten of emotionele stoornissen. Als dit het geval is, stelt de arts de diagnose dyscalculie, rekening houdend met alle criteria.
Wat is het beloop van de ziekte en de prognose?
Zonder individuele ondersteuning is echter weinig vooruitgang in het leerproces te verwachten en worden de onderwijsmogelijkheden sterk beperkt. Statistisch gezien verlaten de getroffenen eerder de school en hebben zij problemen met hun vervolgopleiding.
Dit maakt duidelijk dat de ondersteuning vroeg moet worden gestart om de nadelen veroorzaakt door “wiskundezwakte” te verminderen en normale leervoortgang mogelijk te maken.