Optionele diagnostiek van medische hulpmiddelen - afhankelijk van de resultaten van de anamnese, lichamelijk onderzoek, laboratoriumdiagnostiek en verplichte diagnostiek van medische hulpmiddelen - voor differentiële diagnose of om complicaties uit te sluiten
- Slokdarm-gastro-duodenoscopie (EGD; endoscopie van slokdarm, maag en twaalfvingerige darm) * - voor verdenking op Barrett-slokdarm als chromo-endoscopie door azijnzuur of methyleenblauw op het slijmvlies aan te brengen om dysplastische gebieden op te sporen; gerichte biopsie van alle verdachte laesies (in de slokdarm van Barrett bovendien 4-kwadrantbiopsieën); een onopvallende bevinding sluit GERD niet uit Verder geïndiceerd (geïndiceerd) in geval van: dysfagie (slikproblemen), odynofagie (pijn bij slikken), herhaaldelijk ('terugkerend') braken, (onvrijwillig) gewichtsverlies, anemie (anemie), gastro-intestinaal bloedverlies (gastro-intestinale bloeding) of een massa
- Slokdarm voor inslikken (toediening van een in water oplosbaar contrastmiddel om de slokdarmdoorgang naar de maag en maaglediging te beoordelen) - voor vermoedelijke passagiersstoornissen als gevolg van stenose (vernauwing) of strictuur (ernstige vernauwing); indicatie: patiënten met herhaaldelijk braken en dysfagie (slikproblemen)
- Manometrie - Om te bepalen of er een verminderde druk van de onderste slokdarmsfincter (LES) is. Ook gemeten is de slokdarmperistaltiek ("mobiliteit van de slokdarm").
- 24-uurs pH-metrie (zuurmeting) - meet pH-fluctuaties in de slokdarm. Voordelig hierbij is de langere meettijd (“meer fysiologische condities”). De reflux index RI (% van tijd pH <4) wordt beoordeeld. Voer indien nodig een 24-uurs pH-metry-Mll (multicanale intraluminale impedantiemeting) uit. Dit maakt het ook mogelijk om een licht zuur of niet zuur op te nemen reflux en registreert bovendien de stijgende hoogte van de refluxepisodes. Indicatie (toepassingsgebied): reflux symptomen (bijv. Maagzuur) die niet reageren op empirische PPI therapie (therapie met protonpompremmers protonpompremmers).
- elektrocardiogram (ECG; opname van de elektrische activiteit van de hart- spier) - om hartoorzaken uit te sluiten.