Dementie: vormen, symptomen, behandeling

Kort overzicht

  • Belangrijkste vormen van dementie: de ziekte van Alzheimer (45-70% van alle vormen van dementie), vasculaire dementie (15-25%), Lewy body dementie (3-10%), frontotemporale dementie (3-18%), gemengde vormen (5-20%) XNUMX%).
  • Symptomen: Bij alle vormen van dementie is er sprake van langdurig verlies van mentale capaciteit. Andere symptomen en het exacte beloop variëren afhankelijk van de vorm van dementie.
  • Getroffen: Voornamelijk mensen ouder dan 65 jaar. Uitzondering: frontotemporale dementie, die begint rond de leeftijd van 50 jaar. De meeste dementiepatiënten zijn vrouwen, omdat zij gemiddeld langer leven dan mannen.
  • Oorzaken: Primaire dementieën (zoals de ziekte van Alzheimer) zijn onafhankelijke ziekten waarbij zenuwcellen in de hersenen geleidelijk afsterven – de exacte reden hiervoor is onbekend. Secundaire dementieën kunnen het gevolg zijn van andere ziekten (zoals alcoholverslaving, stofwisselingsstoornissen, ontstekingen) of medicijnen.
  • Behandeling: medicatie, niet-medicamenteuze maatregelen (zoals ergotherapie, gedragstherapie, muziektherapie, enz.).

Wat is dementie?

De term dementie verwijst niet naar een specifieke ziekte, maar naar het gezamenlijk optreden van bepaalde symptomen (= syndroom), die zeer uiteenlopende oorzaken kunnen hebben. In totaal omvat de term ruim 50 vormen van de ziekte (zoals de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie).

Alle vormen van dementie hebben de aanhoudende of progressieve verslechtering van het geheugen, het denken en/of andere hersenfuncties gemeen. Vaak zijn er ook andere symptomen (zoals bij interpersoonlijk gedrag).

Primaire en secundaire dementie

De term ‘primaire dementie’ omvat alle vormen van dementie die op zichzelf staande ziektebeelden zijn. Ze ontstaan ​​in de hersenen, waar steeds meer zenuwcellen afsterven.

De meest voorkomende primaire dementie (en over het algemeen de meest voorkomende dementie) is de ziekte van Alzheimer. Vasculaire dementie volgt op de tweede plaats. Andere primaire vormen van dementie zijn onder meer frontotemporale dementie en Lewy body dementie.

Er zijn ook gemengde vormen van dementerende ziekteprocessen, vooral gemengde vormen van de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie.

Pseudodementie is geen ‘echte’ dementie en behoort daarom niet tot de primaire of secundaire vormen van dementie. Het is een symptoom – meestal van een zware depressie.

Corticale en subcorticale dementie

Een andere classificatie van de ziektepatronen is gebaseerd op waar de veranderingen in de hersenen plaatsvinden: Corticale dementie wordt geassocieerd met veranderingen in de hersenschors (Latijn: cortex cerebri). Dit is bijvoorbeeld het geval bij de ziekte van Alzheimer en frontotemporale dementie.

Subcorticale dementie verwijst daarentegen naar dementie met veranderingen onder de cortex of in diepere lagen van de hersenen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan subcorticale arteriosclerotische encefalopathie (SAE), een vorm van vasculaire dementie.

Dementie syndroom

De term dementiesyndroom wordt vaak gelijkgesteld met ‘dementie’. Hieronder wordt verstaan ​​een algemene intellectuele achteruitgang, bijvoorbeeld geheugen- en oriëntatiestoornissen, maar ook spraakstoornissen. In de loop van de tijd verandert vaak ook de persoonlijkheid van de patiënt.

Pseudodementie moet worden onderscheiden van het dementiesyndroom. Deze term heeft betrekking op tijdelijke hersenstoornissen die worden geveinsd door een remming van het denken en de drift. Meestal ontwikkelt pseudodementie zich in de context van een ernstige depressie. Als de depressie goed wordt behandeld, verdwijnen de symptomen van pseudodementie meestal.

Zie het artikel Dementiesyndroom voor meer informatie over dementie en pseudodementie.

Seniele dementie en seniele dementie

Dementie syndroom

De term dementiesyndroom wordt vaak gelijkgesteld met ‘dementie’. Hieronder wordt verstaan ​​een algemene intellectuele achteruitgang, bijvoorbeeld geheugen- en oriëntatiestoornissen, maar ook spraakstoornissen. In de loop van de tijd verandert vaak ook de persoonlijkheid van de patiënt.

Pseudodementie moet worden onderscheiden van het dementiesyndroom. Deze term heeft betrekking op tijdelijke hersenstoornissen die worden geveinsd door een remming van het denken en de drift. Meestal ontwikkelt pseudodementie zich in de context van een ernstige depressie. Als de depressie goed wordt behandeld, verdwijnen de symptomen van pseudodementie meestal.

Zie het artikel Dementiesyndroom voor meer informatie over dementie en pseudodementie.

Seniele dementie en seniele dementie

Lees meer over symptomen, oorzaken, diagnose en behandeling van deze meest voorkomende vorm van dementie in het artikel De ziekte van Alzheimer.

Vasculaire dementie

Vasculaire dementie is het gevolg van stoornissen in de bloedsomloop in de hersenen. Het vertoont vaak vergelijkbare symptomen van dementie als de ziekte van Alzheimer. Het exacte ziektebeeld bij vasculaire dementie hangt echter af van waar in de hersenen van de patiënt de stoornissen in de bloedsomloop optreden en hoe uitgesproken deze zijn.

Mogelijke symptomen zijn onder meer problemen met aandachtig luisteren, coherente spraak en oriëntatie. Deze tekenen van dementie zijn ook aanwezig bij de ziekte van Alzheimer, maar komen vaak eerder en ernstiger voor bij vasculaire dementie. Bovendien kan het geheugen langer bewaard blijven bij vasculaire dementie.

Andere mogelijke tekenen van vasculaire dementie zijn onder meer loopstoornissen, vertraging, stoornissen bij het legen van de blaas, concentratieproblemen, karakterveranderingen en psychiatrische symptomen zoals depressie.

Lewy Body-dementie

Lewy body dementie manifesteert zich ook met dementiesymptomen die lijken op die van de ziekte van Alzheimer. Veel patiënten vertonen echter hallucinaties (zintuiglijke illusies) in de vroege stadia van de ziekte. In ruil daarvoor wordt het geheugen doorgaans langer bewaard dan bij de ziekte van Alzheimer.

Bovendien vertonen veel mensen met Lewy body dementie symptomen van de ziekte van Parkinson. Deze omvatten stijve bewegingen, onwillekeurige trillingen en een onstabiele houding. Dit is de reden waarom de getroffenen vaak zwaaien en vallen.

Een ander kenmerk van deze vorm van dementie is dat de lichamelijke en geestelijke toestand van de patiënten soms sterk fluctueert. Soms zijn de getroffenen ondernemend en klaarwakker, dan weer verward, gedesoriënteerd en introvert.

Lees meer over symptomen, oorzaken, diagnose en behandeling van deze vorm van dementie in het artikel Lewy body dementie.

Frontotemporale dementie

Door het opvallende en asociale gedrag van veel patiënten wordt in plaats van dementie vaak eerst een psychische stoornis vermoed. Pas in het gevorderde stadium van de ziekte van Pick verschijnen typische dementiesymptomen zoals geheugenproblemen. Bovendien wordt de spraak van de patiënt verarmd.

Lees meer over symptomen, oorzaken, diagnose en behandeling van deze zeldzamere vorm van dementie in het artikel Frontotemporale dementie.

Verschil: de ziekte van Alzheimer en dementie van een ander type

“Wat is het verschil tussen Alzheimer en dementie?” Dit is een vraag die sommige patiënten en hun familieleden zichzelf stellen, ervan uitgaande dat ze met twee verschillende ziektebeelden te maken hebben. In feite is de ziekte van Alzheimer echter – zoals hierboven al vermeld – slechts één vorm van dementie, en veruit de meest voorkomende. De juiste vraag zou daarom moeten zijn wat het verschil is tussen de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie – zoals vasculaire dementie.

Tot zover de theorie – maar de praktijk ziet er vaak toch wat anders uit. Elke dementie kan zich van patiënt tot patiënt anders ontwikkelen, waardoor het moeilijk is om de verschillende vormen van de ziekte van elkaar te onderscheiden. Daarnaast zijn er mengvormen, zoals Alzheimer en vasculaire dementie. De getroffenen vertonen kenmerken van beide vormen van dementie, waardoor een diagnose vaak lastig is.

Lees meer over de overeenkomsten en verschillen tussen belangrijke vormen van dementie in het artikel Verschil tussen Alzheimer en dementie?

Dementie: oorzaken en risicofactoren

In de meeste gevallen van dementie gaat het om een ​​primaire ziekte (primaire dementie), d.w.z. een onafhankelijke ziekte die zijn oorsprong vindt in de hersenen: bij de getroffenen sterven zenuwcellen geleidelijk af en gaan de verbindingen tussen de zenuwcellen verloren. Artsen noemen dit neurodegeneratieve veranderingen. De exacte oorzaak varieert afhankelijk van de vorm van primaire dementie en wordt vaak niet volledig begrepen.

Alzheimerdementie: oorzaken

Het is niet precies bekend waarom de plaques ontstaan. In zeldzame gevallen – in ongeveer één procent van de gevallen – zijn de oorzaken genetisch bepaald: veranderingen in het genetisch materiaal (mutaties) leiden tot plaquevorming en het ontstaan ​​van de ziekte. Dergelijke mutaties maken de ziekte van Alzheimer erfelijk. In veruit de meeste gevallen is echter niet precies bekend waarom iemand de ziekte van Alzheimer heeft.

Vasculaire dementie: oorzaken

Bij vasculaire dementie leiden stoornissen in de bloedsomloop in de hersenen tot de dood van zenuwcellen. Ze kunnen bijvoorbeeld het gevolg zijn van meerdere kleine beroertes (als gevolg van vasculaire occlusie) die tegelijkertijd of op verschillende tijdstippen in één hersengebied plaatsvinden (“multi-infarctdementie”). Soms ontstaat vasculaire dementie ook op basis van een grote hersenbloeding, zoals bij hypertensieve patiënten.

Minder vaak voorkomende oorzaken van vasculaire dementie zijn vasculaire ontstekingen en genetische aandoeningen.

Lewy body dementie: oorzaken

Frontotemporale dementie: oorzaken

Bij frontotemporale dementie sterven zenuwcellen in de frontale en temporale kwabben van de grote hersenen geleidelijk af. Nogmaals, de oorzaak is grotendeels onbekend. In sommige gevallen zijn de ziektegevallen genetisch bepaald.

Secundaire dementie: oorzaken

De zeldzame secundaire dementieën worden veroorzaakt door andere ziekten of medicijnen. Ze kunnen bijvoorbeeld worden veroorzaakt door alcoholverslaving, schildklieraandoeningen, leverziekte, infecties (bijvoorbeeld HIV-encefalitis, neuroborreliose) of vitaminetekort. Medicijnen zijn ook mogelijke oorzaken van dementie.

Risicofactoren voor dementie

Hoge leeftijd en een overeenkomstige genetische aanleg verhogen het risico op dementie. Andere risicofactoren zijn onder meer hoge bloeddruk, diabetes mellitus, hartritmestoornissen, hoog cholesterol, depressie, hersenletsel, roken, overmatig alcoholgebruik en obesitas.

Dementie: onderzoeken en diagnose

Het vaker vergeten van dingen op oudere leeftijd is niet noodzakelijkerwijs een reden tot bezorgdheid. Als uw vergeetachtigheid echter maanden aanhoudt of zelfs toeneemt, moet u uw huisarts raadplegen. Bij vermoeden van dementie kan hij of zij u doorverwijzen naar een specialist (neurologische praktijk of geheugenpoli).

Interview over de medische geschiedenis

De arts zal u eerst vragen naar uw symptomen en algemene gezondheidstoestand. Ook zal hij vragen of u medicijnen gebruikt en zo ja, welke. Dit komt omdat veel medicijnen de hersenprestaties tijdelijk of permanent kunnen verslechteren. Tijdens dit anamnesegesprek zal de arts er ook op letten hoe goed u zich kunt concentreren op het gesprek.

Vaak praat de arts ook met naaste familieleden. Hij vraagt ​​hen bijvoorbeeld of de patiënt rustelozer of agressiever is dan voorheen, 's nachts erg actief is of zintuiglijke wanen heeft.

Cognitieve dementietests

Kloktest

De kloktest helpt dementie in een vroeg stadium op te sporen. Hiervoor wordt het echter altijd gecombineerd met een andere test: de uitslag van de kloktest alleen is niet voldoende voor een diagnose.

De procedure van de kloktest is vrij eenvoudig: u moet de cijfers 1 tot en met 12 in een cirkel schrijven, zoals ze op een wijzerplaat zijn gerangschikt. Bovendien moet u de uren- en minutenwijzers zo tekenen dat er een bepaalde tijd ontstaat (bijvoorbeeld 11:10 uur).

Tijdens de evaluatie controleert de arts bijvoorbeeld of de cijfers en wijzers correct zijn ingetekend en de cijfers duidelijk leesbaar zijn. Uit fouten en afwijkingen kan hij concluderen dat er sprake kan zijn van dementie. Mensen met beginnende dementie plaatsen bijvoorbeeld vaak de minutenwijzer verkeerd, maar de urenwijzer juist.

Meer over deze testprocedure leest u in het artikel Kijktest.

MMST

Aan het einde van de test worden alle behaalde punten bij elkaar opgeteld. Op basis van de uitslag wordt de ernst van dementie geschat. Bij Alzheimer – veruit de meest voorkomende vorm van dementie – wordt onderscheid gemaakt in de volgende dementiestadia:

  • MMST 20 tot 26 punten: milde Alzheimer-dementie
  • MMST 10 tot 19 punten: matige/matige Alzheimerdementie
  • MMST < 10 punten: ernstige Alzheimer-dementie

Voor meer informatie over het proces en de score van de “Mini-Mental Status Test”, zie het artikel MMST.

DemTect

De afkorting DemTect staat voor “Dementiedetectie”. De ongeveer tien minuten durende test controleert verschillende cognitieve vaardigheden, zoals geheugen. Er worden u tien termen voorgelezen (hond, lamp, bord, etc.), die u vervolgens moet herhalen. De volgorde doet er niet toe. De test telt hoeveel termen u heeft kunnen onthouden.

Voor elke taak worden punten toegekend. Aan het einde van de test telt u alle punten bij elkaar op. Het totale resultaat kan worden gebruikt om in te schatten of en in welke mate uw cognitieve prestaties zijn aangetast.

Lees meer over deze testprocedure in het artikel DemTect

Fysiek onderzoek

Een lichamelijk onderzoek is belangrijk om andere ziekten uit te sluiten als oorzaak van de vermoedelijke dementiesymptomen. Het helpt ook om uw fysieke conditie te bepalen. De arts meet bijvoorbeeld uw bloeddruk, controleert uw spierreflexen en hoe uw pupillen op licht reageren.

Lab tests

In sommige gevallen is uitgebreider laboratoriumonderzoek nodig, bijvoorbeeld als de dementiepatiënt opvallend jong is of de klachten zeer snel verergeren. Dan bestelt de arts bijvoorbeeld een drugsonderzoek, urineonderzoek en/of een test op de ziekte van Lyme, syfilis en HIV.

Als de medische geschiedenis en de eerdere onderzoeken aanleiding geven tot het vermoeden van een inflammatoire hersenziekte, moet een monster van het hersenvocht (CSV) uit de lumbale wervelkolom worden afgenomen (lumbaalpunctie) en in het laboratorium worden geanalyseerd. Dit kan aanwijzingen opleveren voor de ziekte van Alzheimer: karakteristieke veranderingen in de concentratie van bepaalde eiwitten (amyloïde-eiwit en tau-eiwit) in de hersenvloeistof wijzen hoogstwaarschijnlijk op de ziekte van Alzheimer.

Beeldvormingsmethoden

Computertomografie (CT) en magnetische resonantie beeldvorming (MRI, ook bekend als magnetische resonantie beeldvorming) zijn de belangrijkste gebruikte methoden. Soms worden echter ook andere onderzoeken uitgevoerd. Deze omvatten bijvoorbeeld een echografisch onderzoek van de nekvaten als vasculaire dementie wordt vermoed. In onduidelijke gevallen van Lewy body dementie kan een nucleair geneeskundig onderzoek nuttig zijn (positronemissietomografie = PET, single photon emissie computertomografie = SPECT).

Genetisch onderzoek

Als er een vermoeden bestaat dat de dementie erfelijk is, moet de patiënt genetische counseling en testen worden aangeboden. De uitslag van de genetische test heeft geen invloed op de therapie. Sommige patiënten willen echter precies weten of ze daadwerkelijk drager zijn van een ziekteverwekkend gen of niet.

Dementie: behandeling

Dementietherapie bestaat uit medicamenteuze behandeling en niet-medicamenteuze maatregelen. Voor elke patiënt wordt een individueel op maat gemaakt therapieplan opgesteld. Er moet rekening worden gehouden met de persoonlijkheid en wensen van de patiënt, vooral bij het kiezen van niet-medicamenteuze maatregelen. De kans op een succesvolle behandeling is groter naarmate de therapie eerder wordt gestart.

Medicijnen tegen dementie (antidementiva)

Zogenaamde antidementiemedicijnen zijn de belangrijkste medicijnen die worden gebruikt bij de behandeling van dementie. Ze beïnvloeden verschillende boodschapperstoffen in de hersenen. Op deze manier kunnen ze de mentale capaciteit van patiënten op peil houden. Antidementiva werken echter meestal maar een beperkte tijd.

Geneesmiddelen tegen dementie zijn voornamelijk getest bij de behandeling van de ziekte van Alzheimer. Goedgekeurde vertegenwoordigers zijn acetylcholinesteraseremmers en de glutamaatantagonist (NMDA-antagonist) memantine.

Acetylcholinesteraseremmers worden ook vaak gebruikt voor andere vormen van de ziekte, zoals Lewy body dementie en gemengde vormen.

De glutamaatantagonist memantine blokkeert de aanlegplaatsen voor de zenuwboodschapper glutamaat in de hersenen. De concentratie glutamaat kan bijvoorbeeld verhoogd zijn bij de ziekte van Alzheimer, waardoor de zenuwcellen op de lange termijn kapot gaan. Memantines (neuroprotectie) beschermen tegen deze onherstelbare zenuwbeschadiging. Ze worden gebruikt in de midden- en late stadia van de ziekte van Alzheimer.

Ook bij dementie worden preparaten op basis van de geneeskrachtige plant Ginkgo biloba vaak aangeraden. Er wordt aangenomen dat ze een zwakker effect hebben, maar ze kunnen als supplement worden gebruikt.

Andere medicijnen tegen dementie

Als mensen horen dat ze dementie hebben, ontwikkelen ze vaak een depressieve stemming. Het afsterven van hersencellen zelf kan ook verantwoordelijk zijn voor depressie. In dergelijke gevallen kan de arts antidepressiva voorschrijven. Ze hebben een stemmingsverbeterende en drive-verhogende werking.

Bij vasculaire dementie moeten risicofactoren en onderliggende ziekten die tot verdere vasculaire schade kunnen leiden, worden behandeld. Dit omvat bijvoorbeeld de toediening van antihypertensiva voor hoge bloeddruk en lipideverlagende middelen voor verhoogde bloedlipideniveaus (zoals verhoogd cholesterol).

Gedragstherapie

De diagnose dementie roept bij veel mensen onzekerheid, angst, depressie of agressie op. Een psycholoog of psychotherapeut kan getroffenen helpen om beter met hun ziekte om te gaan, als onderdeel van gedragstherapie. Gedragstherapie is dus bijzonder geschikt voor patiënten in een vroeg stadium van dementie.

Cognitieve training

Autobiografisch werk

In de vroege tot matige stadia van dementie kan autobiografisch werk nuttig zijn: in gesprekken (individuele of groepstherapie) moet de patiënt foto's, boeken en persoonlijke voorwerpen gebruiken om positieve ervaringen uit het verleden te herinneren en te vertellen. Dit autobiografische werk houdt de herinneringen van een dementiepatiënt aan zijn of haar vorige leven levend en versterkt het identiteitsgevoel van de patiënt.

Realiteitsoriëntatie

Bij realiteitsoriëntatie trainen patiënten zich ruimtelijk en temporeel te oriënteren en mensen en situaties beter te classificeren. Tijdsoriëntatie kan worden ondersteund met klokken, kalenders en afbeeldingen van de seizoenen. Om patiënten te helpen hun weg te vinden in de ruimte (bijvoorbeeld in huis) kunnen de verschillende woonkamers (badkamer, keuken, slaapkamer, etc.) worden gemarkeerd met verschillende kleuren.

Muziektherapie

Het doel van muziektherapie bij dementie is gebaseerd op het feit dat muziek positieve herinneringen en gevoelens kan oproepen. In de vroege stadia van dementie kunnen patiënten – individueel of samen – zelf een instrument bespelen (trommel, triangel, klokkenspel, etc.) of zingen. Bij gevorderde dementie kan het luisteren naar bekende melodieën op zijn minst een patiënt kalmeren of de pijn verzachten.

Ergotherapie

Om patiënten in een vroeg tot matig stadium van dementie te helpen hun dagelijkse activiteiten, zoals winkelen, koken of de krant lezen, zo lang mogelijk vol te houden, moeten zij deze activiteiten regelmatig oefenen met een therapeut.

In matige tot ernstige stadia van de ziekte kunnen dansen, massage en aanrakingsstimuli fysieke activiteit bevorderen. Dit kan patiënten plezier geven en hun gevoel van welzijn verbeteren.

Milieu therapie

Zorgplanning: dementie

Vroeg of laat zullen dementiepatiënten hulp nodig hebben bij dagelijkse taken, zoals aankleden, wassen, boodschappen doen, koken en eten. Patiënten en hun familieleden moeten het probleem daarom zo vroeg mogelijk aanpakken en zorg dragen voor de planning van toekomstige zorg.

Belangrijke vragen die verhelderd moeten worden zijn onder meer: ​​Kan en wil de dementiepatiënt in zijn eigen huis blijven wonen? Welke hulp heeft hij nodig in zijn dagelijks leven? Wie kan deze hulp bieden? Welke ambulante zorgdiensten zijn er beschikbaar? Als zorg thuis niet mogelijk is, welke alternatieven zijn er dan?

Alles wat belangrijk is over onderwerpen als zorg in het gezin, ambulante zorgverleners en verpleeghuizen leest u in het artikel Zorgplanning: Dementie.

Omgaan met dementie

Omgaan met dementie vergt vooral geduld en begrip – zowel van de patiënt zelf als van de naasten en zorgverleners. Bovendien kan er veel worden gedaan om de mentale achteruitgang te vertragen. Dit omvat het regelmatig oefenen van bestaande cognitieve vaardigheden, bijvoorbeeld door het lezen of oplossen van kruiswoordpuzzels. Andere hobby’s zoals breien, dansen of modelvliegtuigen bouwen moeten ook worden voortgezet – indien nodig met de nodige aanpassingen (zoals eenvoudigere breipatronen of eenvoudigere dansen).

Last but not least profiteren dementiepatiënten ook van een uitgebalanceerd dieet, regelmatige lichaamsbeweging en een gestructureerde dagelijkse routine.

Meer tips voor het dagelijks leven met dementie leest u in het artikel Omgaan met dementie.

Hulp bij dementie

Iedereen die op een verstandige manier zijn eigen huis wil verbouwen voor een bejaarde of dementiepatiënt, kan zich wenden tot de Bundesarbeitsgemeinschaft Wohnungsanpassung e.V. voor tips en informatie. Als een verhuizing naar een bejaarden- of verpleeghuis noodzakelijk is, biedt Heimverzeichnis.de hulp bij het vinden van een geschikte voorziening.

Meer over deze en andere contactpunten voor dementiepatiënten en hun naasten leest u in het artikel Hulp bij dementie.

Dementie: verloop van de ziekte en prognose

Bij elke vorm van dementie gaat op de lange termijn het mentale vermogen verloren. Ook de persoonlijkheid van de patiënt wordt onomkeerbaar aangetast.

In individuele gevallen kan het beloop van dementie echter sterk variëren van patiënt tot patiënt. Het hangt vooral af van het type ziekte. Vasculaire dementie treedt bijvoorbeeld vaak plotseling op en verergert in episoden. In de meeste gevallen begint dementie echter sluipend en verloopt het langzaam.

Ook het gedrag van dementiepatiënten varieert sterk. Sommige patiënten worden steeds agressiever, anderen blijven vriendelijk en kalm. Sommige patiënten blijven langdurig lichamelijk fit, anderen worden bedlegerig.

Over het algemeen kan het beloop van dementie sterk variëren van persoon tot persoon. Het is ook moeilijk te voorspellen.

Beïnvloeding van het beloop van dementie

Dementie is niet te genezen. De kwaliteit van leven van dementiepatiënten kan echter aanzienlijk worden verbeterd met activering, bezigheid en menselijke aandacht. Daarnaast kan de juiste therapie (medicatie en niet-medicamenteuze maatregelen) helpen om het beloop van dementie tijdelijk te stoppen of op zijn minst te vertragen.

Dementie: preventie

Veel factoren bevorderen een dementie-achtige ziekte. Als het mogelijk is deze risicofactoren te vermijden of in ieder geval te verminderen, helpt dit dementie te voorkomen.

De hersenen en de rest van het lichaam hebben baat bij regelmatige lichaamsbeweging, op elke leeftijd. Lichamelijke activiteit stimuleert de bloedstroom en de stofwisseling in de hersenen. Als gevolg hiervan zijn de zenuwcellen actiever en kunnen ze beter netwerken. Sport en beweging in het dagelijks leven verlagen ook de bloeddruk en het cholesterolgehalte en voorkomen zwaarlijvigheid, diabetes, hartaanvallen, beroertes en depressies. Bovendien houdt regelmatige lichaamsbeweging de bloedvaten gezond, wat beschermt tegen vasculaire dementie. Maar fysieke activatie is niet alleen geschikt voor preventie: ook dementiepatiënten hebben er baat bij.

Ook hersentraining” wordt aanbevolen: Net als de spieren moeten ook de hersenen regelmatig worden uitgedaagd. Culturele activiteiten, wiskundige puzzels of creatieve hobby’s zijn hiervoor bijvoorbeeld geschikt. Dergelijke mentale activiteit op het werk en in de vrije tijd kan het risico op dementie verminderen.