Wat is een dode tand?
Als de gaten in de tand te diep zijn, het verval te uitgesproken is en de patiënt te laks is in de mondhygiëne, kan zelfs een tandarts niets redden: de tand sterft. Om precies te zijn: de pulp – de bundel zenuwen en bloedvaten die de tand van binnenuit voedt – vergaat. Zonder deze toevoer overleeft het dentine ook niet, waardoor de tandsubstantie geleidelijk afsterft.
De tand hoeft echter niet direct uit te vallen. In uitzonderlijke gevallen kan een dode tand zelfs lange tijd onopgemerkt blijven. Enerzijds omdat het tandglazuur ook zonder bloedtoevoer een tijdje stabiel blijft, en anderzijds omdat een tand zonder zenuw niet noodzakelijkerwijs ongemak veroorzaakt.
Hoe ziet een dode tand eruit?
Meestal is het te herkennen aan de donkere verkleuring: de tand verliest zijn natuurlijke glans en wordt bruinachtig, grijs of zwart. Soms is een dode tand ook broos en zit hij slechts losjes in het omliggende tandvlees.
Hoe schadelijk is een dode tand voor het lichaam?
Een dode tand kan gevolgen hebben voor de gezondheid van het hele lichaam: de dode pulpa vormt een ideale voedingsbodem voor meer bacteriën. Deze komen uit de mondholte en migreren gemakkelijk naar de tand als cariës daar al is terechtgekomen.
Bovendien produceert het metabolisme van het pulpeiwit door de bacteriën giftige stoffen die in de volksmond bekend staan als kadavergif. Als een dode tand onbehandeld blijft, kan het kadavertoxine klachten door het hele lichaam veroorzaken, omdat het het organisme binnendringt via de pulpaopening in de kaak. Daar kunnen de stoffen blijvende ontstekingen veroorzaken, waardoor het immuunsysteem soms blijvend wordt verzwakt.
Om deze redenen is een vroege behandeling van een dode tand erg belangrijk. Het rottende vruchtvlees moet worden verwijderd en de wortelkanalen moeten goed worden afgesloten. Als dit niet meer mogelijk is, is de enige optie het verwijderen van de dode tand.
Wanneer moet een dode tand eruit?
De tandarts probeert een dode tand indien mogelijk te behouden. Dit is echter niet altijd succesvol. In de volgende gevallen moet de tandarts onder meer een dode tand trekken (extractie):
- Een dode tand is broos.
- Het zit los.
- Het is permanent geïnfecteerd.
Wat zijn de tekenen van een dode tand?
Mogelijke tekenen dat een tand dood is, zijn:
- een donkere verkleuring: een dode tand kan in kleur variëren – van bruinachtig tot grijs of zelfs zwart.
- een afbraak van tandsubstantie
- pijn en zwelling
Het is ook gebruikelijk om op te merken dat een dode tand pijn doet als je erop bijt.
Hoe wordt een dode tand behandeld?
Een dode tand moet worden behandeld, anders bestaat het risico op chronische ontstekingen en tandverlies. De tandarts zal het indien mogelijk bewaren en er anders uithalen.
Een dode tand behouden
Soms voert de tandarts een wortelkanaalbehandeling (wortelkanaaltherapie) uit als een tand afgestorven is. Bij deze procedure reinigt hij het wortelkanaal met kleine instrumenten en sluit het vervolgens goed af met een vulling. Daarna kan een dode tand meestal zonder problemen worden gekroond.
En hoe lang gaat een op deze manier behandelde dode tand mee? Deze vraag kan moeilijk in algemene termen worden beantwoord. Er spelen verschillende factoren een rol, maar vooral regelmatige en gedegen tandheelkundige zorg.
Als de dode tand verkleurd is, kunnen tandartsen deze na een wortelkanaalbehandeling ongeveer twee tot drie tinten lichter maken. Conventioneel bleken is hiervoor echter niet geschikt, omdat de dode tand van binnenuit verkleurt. Daarom wordt een procedure genaamd inwendig bleken gebruikt om de dode tand lichter te maken.
Het trekken van een dode tand
Als een dode tand al is afgebroken of om andere redenen niet meer te redden is (zie hierboven: Wanneer moet een dode tand eruit?), dan is extractie de enige optie. Het resulterende tandgat kan op verschillende manieren worden gedicht, bijvoorbeeld met een brug, een implantaat of met een uitneembare prothese.
Wat zijn de oorzaken van een dode tand?
Een tand sterft meestal af omdat de pulpa ontstoken is (pulpitis). Een dergelijke ontsteking treedt op wanneer ziekteverwekkers door diepe gaten in de tand naar de tandzenuwen dringen. Dit gebeurt meestal als gevolg van tandbederf. Pulpitis kan uiterst pijnlijk zijn, maar soms kan het volkomen onopvallend zijn. Als de ontsteking de tandzenuw heeft bereikt, tast deze de hele pulpa aan en vernietigt deze.
Als een ernstige kiespijn na enkele dagen plotseling stopt, is dit geen teken van spontane genezing! In plaats daarvan is het een signaal dat de tandzenuw is afgestorven en dat de acute pulpitis chronisch is geworden. Ga daarom bij kiespijn op tijd naar de tandarts!
In zeldzamere gevallen wordt de pulp direct beschadigd. Dit gebeurt bijvoorbeeld na een ongeluk, wanneer de tand breekt of wordt uitgeslagen. Dergelijke schade veroorzaakt hevige pijn en is meestal visueel moeilijk te missen.
Hoe herkent de tandarts een dode tand?
Om vast te stellen of een tand dood is, voert de tandarts een zogenaamde vitaliteitstest uit. Meestal besproeit hij een wattenbolletje met koude spray en houdt het dan tegen de tand. In eenvoudige gevallen is een korte koude luchtstoot uit een water-luchtpistool ook voldoende. Als de patiënt de koudeprikkel voelt, is de vitaliteitstest positief, wat betekent dat de tand leeft.
Als deze test negatief is, zal de tandarts de aangetaste tand verder onderzoeken. Bij tanden met kronen of vullingen kan de vitaliteitstest onbetrouwbaar zijn en vals-negatieve resultaten opleveren.
Een andere indicatie voor een dode tand is de percussietest. Bij deze test tikt de tandarts met een metalen voorwerp op de tand. Bij een dode tand is dit pijnlijk – hoewel het niet de tand zelf is die pijn doet, maar het kaakbot in de buurt van de wortelpunt, dat in dit geval ontstoken is (wortelpuntontsteking).
Bij twijfel openbaart een dode tand zich op de röntgenfoto. Een chronische worteltopontsteking is te herkennen aan een cirkelvormige verandering aan de worteltop.