Contrastmedium voor een MRT van de buik | MRT van de buik

Contrastmedium voor een MRT van de buik

Om een ​​betere weergave van de gewenste structuren in de MRI te krijgen, moeten in sommige gevallen contrastmiddelen worden gebruikt. Dit wordt meestal beheerd via een ader. Tijdens het MRI-onderzoek van het maagdarmkanaal kan het echter nodig zijn om contrastmiddel te drinken.

Dit maakt dan direct de slijmvliezen van de spijsverteringskanaal en leidt daar tot een beter imago. Om ervoor te zorgen dat de bevochtiging van de slijmvliezen zo gelijkmatig mogelijk is, moet de vloeistof geleidelijk binnen ongeveer een uur worden ingenomen. Het kan even duren voordat het contrastmedium werkelijk alle gebieden heeft bereikt.

Daarom zal het MRI-onderzoek niet onmiddellijk na het drinken van het contrastmiddel worden uitgevoerd. Door de hoge vloeistofopname met het contrastmiddel kan onder bepaalde omstandigheden diarree optreden. Dit wordt echter als onschadelijk beschouwd en verdwijnt binnen korte tijd weer.

MRI van de nier

De nier kan heel goed worden beoordeeld door middel van een MRT-onderzoek van de buik. De geproduceerde doorsnedebeelden kunnen bijvoorbeeld veranderingen in orgaanstructuur, tumoren of andere anomalieën van de nieren en de urinewegen onthullen. Ook kan een contrastmiddel worden toegediend om de beeldkwaliteit te verbeteren.

Met betrekking tot de toediening van contrastmiddel, de patiënt nier Er moet rekening worden gehouden met de functie, aangezien het contrastmiddel niet goed kan worden uitgescheiden bij een verminderde nierfunctie. tevens de nier kan verder worden beschadigd door het contrastmiddel. Als de nierfunctie intact is, wordt het MRI-onderzoek met contrastmiddel niet als problematisch beschouwd.

Zijnde vastend tijdens het MRI-onderzoek is alleen nodig bij het onderzoeken van de buikorganen. Voor andere MRI-scans is meestal geen vastend. Vooral bij afbeeldingen van de darm is het belangrijk dat de patiënt absoluut is vastend, anders kunnen de darmwanden niet worden beoordeeld.

Om deze reden wordt de dag voor een dergelijk onderzoek een laxeermiddel gedronken. Vanaf de avond ervoor mogen alleen heldere vloeistoffen worden ingenomen zodat de darm vrij blijft van ontlastingsresten. Tijdens het onderzoek krijgt de patiënt dan een contrastmiddel en een vloeistof die de darm ontvouwt. Soms wordt een extra middel gegeven om de darmmotorische functies te kalmeren, waardoor de beeldkwaliteit kan worden verhoogd. Na het onderzoek kan de patiënt meestal weer normaal eten.