Oogtest: Kleuren op kleurenkaarten
Om het kleurenzien te testen maakt de arts gebruik van verschillende kleurenkaarten, bijvoorbeeld zogenaamde Velhagen-kleurenkaarten of Ishihara-kleurenkaarten.
Op de panelen voor de Ishihara-test staan afbeeldingen die zijn opgebouwd uit stippen in verschillende kleuren, zoals rood- en groentinten. Kleurvisiepatiënten kunnen objecten zoals cijfers of figuren herkennen aan de verschillende tinten. Als een patiënt daarentegen een tekort aan kleurwaarneming heeft, kan hij of zij geen onderscheid maken tussen de verschillende tinten en kan hij de contrasten niet herkennen. Het gevolg is dat hij individuele figuren helemaal niet ziet, of verkeerd ziet. Ook de Velhagen kleurtest is op dit principe gebaseerd.
Ishihara en Velhagen oogtest: procedure
De rood-groene ogentest en de blauw-groene ogentest worden op dezelfde manier uitgevoerd: eerst presenteert de arts de patiënt de bijbehorende kleurenzichtkaarten op een leesafstand van ongeveer 70 centimeter. Hij moet er ook voor zorgen dat de patiënt voldoende licht heeft om de kaarten te kunnen lezen (natuurlijk daglicht is het beste). Nu vraagt de arts aan de patiënt of hij de cijfers of cijfers op de kaarten kan herkennen en correct benoemen.
Met de kleurwaarnemingstest aan de hand van de kaarten kan de arts een tekort aan kleurenzien ontdekken, maar kan hij niet precies bepalen hoe uitgesproken deze is.
Kleurzichttest met de anomaloscoop
Een patiënt met een rood-groen tekort heeft moeite met deze taak, omdat hij altijd teveel van de kleur toevoegt die hij niet kan waarnemen. In tegenstelling tot de kleurenkaarten kan met deze kleurwaarnemingstest ook een uitspraak worden gedaan over de ernst van de kleurwaarnemingsstoornis.