Classificatie van de breuk volgens AD | Oefeningen voor enkelfracturen

Classificatie van de breuk volgens AD

An enkel breuk wordt meestal veroorzaakt door de enorme kracht van een val of door een verdraaimechanisme tijdens het sporten, op het werk of bij verkeersongevallen. Vanwege de sterke knik kan een enkel gewricht breuk gaat vaak gepaard met een ligamentletsel. Zoals reeds vermeld, worden C- en D-fracturen altijd geopereerd om voortdurende instabiliteit te voorkomen. Tijdens de operatie wordt meestal een stelschroef ingebracht om de syndesmosis-ligamenten te ontlasten en om een ​​fysiologische op en neergaande en roterende beweging van de fibula (fibula) te voorkomen, waardoor beweging moet worden beperkt.

Bij de nabehandeling van een enkel breuk, de voet wordt dus in de neutrale nulstand gezet; roterende bewegingen van de onderste enkel zijn ook verboden. Bovendien mag er helemaal geen belasting worden uitgeoefend.

  • A en B zijn de eenvoudigste en de breuklijn bevindt zich onder de gewrichtsruimte.
  • C en D zijn ernstiger en moeten elke keer geopereerd worden, omdat de breuklijn boven de syndesmose ligamenten (ligamenten die de kuit en het scheenbeen voor en achter verbinden en stabiliteit geven) en daardoor treedt instabiliteit op.
  • De fibula is ook betrokken bij de D-fractuur. Een Röntgenstraal toont de exacte omvang van de breuk, de vorm, de betrokken botstructuren en of er sprake is van een dislocatie.

Samengevat

In het geval van een enkel fractuurwordt meestal vanaf het begin een stressverbod gegeven om de constructies te beschermen. In deze fase kan de spierkracht worden gehandhaafd door bepaalde oefeningen uit de PNF. In het verdere verloop van wond genezen en wanneer de belasting wordt losgelaten, kan het laadvermogen van de voet weer worden verbeterd door proprioceptieve training, evenwicht training en spieropbouw. Het tijdstip van het belasten van de voet dient in overleg met de arts te worden bepaald.