Laboratorium diagnostiek hangt af van de omvang en lokalisatie van pijn of de onderliggende ziekte.
Laboratoriumparameters van de 2e orde - afhankelijk van de resultaten van de geschiedenis, fysiek onderzoek - voor differentiële diagnostische verduidelijking.
- Klein aantal bloedcellen
- Differentiële bloedbeeld
- CRP (C-reactief proteïne)
- Borrelia-antilichamen (IgG, hersenvocht / serum)
- Yersinia-antilichamen (IgA, IgG, IgM)
- Calcium (bijv. als gevolg van hypercalciëmie (calcium overmaat)).
- Auto-Ak (IgG) tegen celkernantigenen (synoniemen: ANA, ANF, antinucleaire factoren).
- Auto-Ak tegen gladde spieren (synoniemen: SMA, ASMA, actine).
- Creatininekinase (CK)
- CCP-Ak (cyclisch gecitrullineerd peptide).
- Reumafactor (RF)
- Huid biopsie (weefselafname van de huid) - voor de diagnose van neuropathisch pijn en dunne vezel neuropathieën (speciale vorm van gevoelige polyneuropathieën waarbij voornamelijk de dunne "C-vezels" die niet omgeven zijn door "medullaire omhulsels" worden aangetast), als conventionele elektrofysiologische methoden geen afwijkingen vertonen en / of dunnevezelneuropathie wordt vermoed.