Zorgniveaus vervangen zorgniveaus
De voorgaande drie zorgniveaus zijn in januari 2017 vervangen door vijf zorggraden. Ze bieden een preciezere en uitgebreidere beoordeling van de mogelijkheden en beperkingen van een patiënt. Afhankelijk van het zorgniveau krijgt een zorgbehoevende een verschillende mate van ondersteuning vanuit de zorgverzekering.
Iedereen die voorheen in een zorgniveau zat, wordt automatisch ingedeeld in een zorggraad. Niemand zal slechter worden geclassificeerd dan voorheen en hoeft niet te vrezen voor verlies van voordelen. Integendeel: de meeste mensen die zorg nodig hebben, zullen in de toekomst juist hogere uitkeringen ontvangen.
Classificatie: Wat wordt beoordeeld?
Concreet evalueren de beoordelaars de volgende zes levensgebieden (“modules”) bij het classificeren van het zorgniveau:
- Mobiliteit (fysieke mobiliteit): 's ochtends opstaan, door het huis bewegen, traplopen, etc.
- Mentale en communicatieve vaardigheden: Oriëntatie op plaats en tijd, feiten begrijpen, risico's herkennen, begrijpen wat anderen zeggen, enz.
- Gedrags- en psychische problemen: nachtelijke onrust, angst, agressie, weerstand tegen zorgmaatregelen, enz.
- Onafhankelijk omgaan met ziekte- of therapiegerelateerde eisen en spanningen en ermee omgaan: vermogen om zijn medicijnen alleen in te nemen, de bloeddruk te meten of naar de dokter te gaan, enz.
- Organisatie van het dagelijks leven en sociale contacten: vermogen om het dagelijks leven zelfstandig te organiseren, direct contact te maken met andere mensen, enz.
De vijf zorgniveaus
Zorgniveau 1 (puntentotaal: 12.5 tot jonger dan 27 jaar) |
Zorgbehoevende mensen in zorggraad 1 krijgen onder meer zorgadvies, advies in de eigen woning, verstrekking van hulpmiddelen en subsidies om de leefomgeving te verbeteren (zoals een traplift of een leeftijdsgepaste douche). Daarnaast is er een opvangbedrag (poliklinisch) van maximaal 125 euro per maand. Deze is bestemd voor een specifiek doel en kan bijvoorbeeld worden ingezet voor dag- of nachtzorg of kortdurende zorg. Iedereen die volledige intramurale zorg ontvangt, kan een vergoeding ontvangen van maximaal 125 euro per maand. |
Op zorgniveau 2 is sprake van een significante beperking van de zelfstandigheid en mogelijkheden. Getroffenen die thuis worden verzorgd, hebben recht op een maandelijkse uitkering (zorgtoeslag) van 316 euro of een ambulante zorguitkering in natura van 724 euro per maand. Het geoormerkte opvangbedrag (poliklinisch) bedraagt maximaal 125 euro per maand. Het uitkeringsbedrag voor intramurale zorg bedraagt 770 euro per maand. |
|
Zorgniveau 3 (puntentotaal: van 47.5 tot onder de 70) |
Voor dit zorgniveau wordt voor ambulante zorg een geldelijke uitkering van 545 euro of een uitkering in natura van 1,363 euro per maand voorzien. Het geoormerkte opvangbedrag (poliklinisch) bedraagt maximaal 125 euro per maand. Degenen die intramurale zorg ontvangen, hebben recht op een maandelijkse uitkering van 1,262 euro. |
Zorgniveau 4 (puntentotaal: van 70 tot onder de 90) |
Patiënten met zorgniveau 4 hebben de ernstigste beperkingen op het gebied van zelfstandigheid en capaciteiten. Ziekenhuispatiënten hebben recht op een uitkering van 1,775 euro per maand. |
Zorgniveau 5 (totaal aantal punten: van 90 tot 100) |
Bij zorgniveau 5 gaat het ook om de meest ernstige aantasting van de zelfstandigheid en mogelijkheden, maar er zijn ook bijzondere eisen aan de verpleegkundige zorg. De maandelijkse uitkering (poliklinisch) bedraagt 901 euro, de verstrekking (poliklinisch) 2,095 euro en het geoormerkte opvangbedrag (poliklinisch) maximaal 125 euro. Het uitkeringsbedrag voor intramurale zorg bedraagt 2,005 euro per maand. |
Naast deze hoofduitkeringsbedragen kunnen ook andere uitkeringen worden aangevraagd, zoals respijtzorg, kortdurende zorg, subsidies voor hulpmiddelen of voor drempelloze woningverbouwing.
Subsidie voor kosten verpleeghuis
Om de financiële lasten voor zorgbehoevende mensen te verlichten, ontvangen zorgniveaus 2 tot en met 5 sinds januari 2022 een zogenoemde ‘uitkeringsaanvulling’. Zij ontvangen het geld naast de zorgtoeslag en ongeacht het zorgniveau . De hoogte van de aanvulling is afhankelijk van de periode waarin de zorg wordt afgenomen.
- 5 procent van de eigen bijdrage in de zorgkosten binnen het eerste jaar in de zorginstelling.
- 25 procent van uw eigen aandeel in de zorgkosten als u langer dan één jaar in de residentiële zorg verblijft.
- 45 procent van hun eigen aandeel in de zorgkosten als ze langer dan twee jaar in de woning wonen.
- 70 procent van hun eigen aandeel in de zorgkosten als zij langer dan 36 maanden in een verpleeghuis worden verzorgd.
Kortdurende zorg en respijtzorg
Als een verzorgend gezinslid ziek wordt of op vakantie wil, vergoedt de zorgverzekering vervangende zorg. Deze zogenaamde respijtzorg kan bijvoorbeeld worden verleend door een ambulante zorgdienst, mantelzorgers of naaste familieleden. De verzekering langdurige zorg dekt de kosten van vervangende zorg voor maximaal zes weken per kalenderjaar en tot een bedrag van € 1,774,-.
Transitiezorg in het ziekenhuis
Transitionele zorg wordt doorgaans verleend in het ziekenhuis waar de behandeling heeft plaatsgevonden. Het is beperkt tot tien dagen. Aanvragen voor transitiezorg worden ingediend via de sociale dienst van het ziekenhuis of rechtstreeks bij het ziekenfonds.
Gedeeltelijke intramurale zorg (dag-/nachtzorg)
Sommige zorgbehoevende mensen die anders thuis verzorgd zouden worden, kunnen een deel van de tijd in een daarvoor geschikte instelling doorbrengen – 's nachts (nachtzorg) of overdag (dagzorg). Dit is bedoeld om de zorg thuis aan te vullen of te versterken.
Hulpmiddelen en verbouwingen van woningen
De zorgverzekering vergoedt gedeeltelijk de kosten van hulpmiddelen. Technische hulpmiddelen zoals verpleegbedden of rolstoelen worden doorgaans in bruikleen of tegen bijbetaling verstrekt. Voor verbruiksartikelen zoals wegwerphandschoenen of bedonderleggers kan de verzekering voor langdurige zorg een maandelijkse vergoeding van maximaal € 40 verstrekken, ongeacht het zorgniveau.
Ook kan de zorgverzekering maximaal € 4,000,- per maatregel bijdragen in de kosten van woningaanpassingen, zoals het plaatsen van een traplift.