Bottumoren: chirurgische therapie

Voor goedaardige (goedaardige) tumoren is het doel volledige excisie (curettageVoor kwaadaardige (kwaadaardige) tumoren is het doel verwijdering in gezond weefsel met een veiligheidsmarge. De volgende vormen van chirurgische therapie zijn beschikbaar en worden uitgevoerd afhankelijk van het exacte tumortype:

  • Biopsie (weefselverwijdering) om de waardigheid te verduidelijken (biologisch gedrag van tumoren; dwz of ze goedaardig (goedaardig) of kwaadaardig (kwaadaardig) zijn).
  • Embolisatie (kunstmatige afsluiting van bloedvaten door toediening van bijvoorbeeld vloeibare kunststoffen, plastic kralen of fibrinesponzen via een katheter) - ingreep uitgevoerd op tumoren met een groot aantal bloedvaten, bedoeld om het risico op bloeding te verminderen
  • Intralesionale resectie - voorkeursmethode voor de meeste goedaardige (goedaardige) bottumoren.
    • Procedure: Opening van de tumor → curettage → vullen van het botdefect met autoloog (van dezelfde persoon) botmateriaal (bijv. Van de iliacale top), stabilisatie met metaal implantaten (intramedullaire nagel, hoekplaat) indien nodig.
    • Afhankelijk van de situatie kan tijdelijk een zogenaamde botcementafdichting worden toegepast → Voordeel: de tumorcellen van de marginale zones worden gedood door de polymerisatiewarmte van het cement. Recidieven (herhaling van de ziekte) op het grensvlak tussen bot en cement kunnen dus gemakkelijker worden gediagnosticeerd. Als de patiënt één tot twee jaar vrij is van recidief, kan het botcement weer worden verwijderd en vervangen door autoloog poreus bot.
    • Naast botcement zijn de volgende aanvullende adjuvantia (effectversterkers) die bijdragen aan een lager recidiefpercentage effectief gebleken:
      • Mechanische hulpmiddelen: frezen met hoge snelheid - Hierdoor wordt een uitzetting van de thermische resectiemarge bereikt.
      • Fysisch-chemische adjuvantia: fenol, alcohol, cryochirurgie (kyrotherapie; glazuur), cauterisatie (vernietiging van weefsel door een cauterisatie ijzer of cauterisatiemiddel).
  • Marginale resectie
    • Procedure: verwijdering van de tumor in zijn marginale zone
  • Brede resectie - voorkeursmethode voor kwaadaardig (kwaadaardig) bottumoren.
    • Procedure: brede en radicale resectie (chirurgische verwijdering) van de tumor met een veiligheidsmarge van 5 cm (proximaal (naar het midden van het lichaam) en distaal (weg van het midden van het lichaam)).
    • Na verwijdering van de tumor wordt osteosynthese (inbrengen van een spongiosaplastiek) of reconstructie van het resulterende botdefect uitgevoerd, bijvoorbeeld in de vorm van een tumor-endoprothese, een bottransplantaat of vervangende kunststoffen voor spieren, zenuwen en vaten. Voor kinderen zijn groeiende endoprothesen (gewrichtsvervanging) geschikt.
    • Door het gebruik van mega-endoprothesen zijn amputaties van de aangedane ledemaat nu zelden nodig ("Ultima ratio" (laatste redmiddel)).

osseus metastasen (botmetastasen) operatief verwijderd. In dit stadium van de tumorziekte is genezing in de regel niet meer mogelijk. Door de interventie kan echter in ieder geval de kwaliteit van leven van de getroffen persoon worden verbeterd of verlengd breuk aanstaande is of zich voordoet, ligt de focus op stabilisatie. Na een intralesionale of marginale resectie wordt een samengestelde osteosynthese met botcement en plaat of intramedullaire nagel of endoprothese ingebracht. Ten slotte radiatio (straling therapie) is uitgevoerd. Bot tumoren zoals osteoïde osteoom or osteoblastoom (goedaardige (goedaardige) bottumoren) hebben een nidus (focus) van waaruit de pijn afkomstig is. De uitdaging bij de chirurgische procedure is het raken van de nidus in de eventueel aanwezige botsclerose. De nidus moet volledig worden verwijderd. De botsclerose rond de nidus blijft achter. curettage (excisie) wordt niet aanbevolen omdat het vaak gepaard gaat met recidief (recidief van de ziekte). Sinds schade aan spieren, pezen, zachte weefsels en ook zenuwen gelegen in het chirurgische toegangspad tot de nidus (focus) kan niet altijd worden uitgesloten, CT-geleide radiofrequente ablatie (RFA; synoniemen: thermische ablatie; sclerotherapie) van de nidus wordt nu als standaard beschouwd therapie en wordt voornamelijk gebruikt voor betrokkenheid van de dorsale (achterste delen) van de wervelkolom. Daarbij wordt een speciale sonde in de nidus ingebracht en via een wisselstroomveld aan de punt verhit, waardoor de prostaglandineproducerende cellen (prostaglandine = weefselhormoon dat pijnonder andere) in het centrum en de pijngeleidingspaden. De procedure is minimaal invasief. Een andere optie voor warmte-ablatie is laserablatie (LA).