Bloedstollingsstoornis

Introductie

Ongeveer een op de 5,000 mensen wereldwijd lijdt aan een bloed stollingsstoornis. De technische term voor een stollingsstoornis is coagulopathie. EEN bloed stollingsstoornis kan twee effecten hebben.

Een daarvan is overmatige stolling. De bloed wordt dikker, waardoor het risico op vorming van bloedstolsels toeneemt, dwz de vorming van trombose of embolieën als gevolg van de overdracht van bloedstolsels. Aan de andere kant kan de bloedstolling te zwak zijn, waardoor het risico op bloedingen groter wordt.

Wereldwijd lijdt meer dan één procent van de bevolking aan een bloedstolling stoornis met een verhoogd risico op bloeding. Coagulatie /hemostase is een complexe functionele keten. Het begint met het vernauwen van lokaal bloed schepen om bloeding te minimaliseren.

Dan bloed bloedplaatjes komen samen om de wond snel te sluiten. Het plaatjescomplex wordt dan weer gestabiliseerd door fibrinedraden. De fibrinedraden ontstaan ​​door de interactie van in totaal 12 stollingsfactoren. Bloedstolling is gebaseerd op veel verschillende componenten, die elk afzonderlijk vatbaar zijn voor defecten, zodat defecten op verschillende punten kunnen optreden. Uiteindelijk kunnen veel verschillende ziekten leiden tot een bloedstollingsstoornis.

Symptomen

Patiënten met een stollingsstoornis vallen vooral op door het veelvuldig voorkomen van blauwe plekken (hematomen). Zelfs een lichte stoot kan dit veroorzaken blauwe plek. De kneuzingen komen vaak voor op nogal ongebruikelijke plaatsen, zoals de bovenarmen of op de rug.

Naast de blauwe plekken zijn er ook andere tekenen van bloeding op de huid te zien. Deze omvatten vooral de zogenaamde petechiën. Dit zijn zeer kleine puntvormige bloedingen in de huid of in de slijmvliezen, die kenmerkend zijn voor mensen met een bloedstollingsstoornis.

In sommige gevallen kunnen de bloedingen ook groter zijn en op uitslag lijken. In dit geval spreekt men van purpura. Bovendien duurt het bloeden, zoals van een kleine snee, langer omdat het lichaam door de stollingsstoornis het bloeden niet zo snel kan stoppen als bij een gezond persoon.

Er is ook vaak een secundaire bloeding als de daadwerkelijke bloeding al is gestopt. Het is ook typerend voor mensen met een stollingsstoornis dat neusbloedingen of bloeden tandvlees komen vaak voor. Patiënten met een stollingsstoornis worden daarom ook vaak opgemerkt tijdens een tandheelkundige behandeling door overmatig bloeden dat moeilijk te stoppen is.

Vrouwen kunnen ook een verhoogde en langdurige menstruatiebloedingen opmerken. De verhoogde bloedingsneiging kan ook leiden tot ernstige complicaties, zoals een verhoogd risico op hersenbloeding of gewrichtsbloedingen. Het optreden van de symptomen varieert sterk en is afhankelijk van het type ziekte en de ernst van de manifestatie.

Sommige patiënten ontwikkelen bijvoorbeeld pas symptomen na een ongeval of iets dergelijks, terwijl anderen al symptomen ervaren in het dagelijks leven. Heeft u een verhoogde neiging tot bloeden? Heeft u een puntvormige bloeding in de huid?

Misschien zit de ziekte van Werlhof achter uw symptomen. Als uw bloedstolling te sterk is, treden symptomen meestal alleen op als a trombose heeft zich al gevormd. Trombose komt meestal voor in de aderen van de onderste been.

De bloedprop beperkt de doorbloeding en oorzaken pijn in de been. Naarmate het vordert, wordt het pijn verhogingen in intensiteit en de been zwelt op en wordt warm. Als de bloedstolling wordt verhoogd, een zogenaamde pulmonale embolie kan ook optreden als gevolg van een stolsel dat in de schepen van de long.

Typische symptomen zijn kortademigheid en pijn op de borst, vergelijkbaar met die van een hart- aanval. In de regel worden de stolsels gevormd in het veneuze vatbed, maar ze kunnen ook voorkomen in het arteriële systeem. In dit geval kan de vorming van een stolsel ook leiden tot een hart- aanval of beroerte.

Kneuzingen (zogenaamde hematomen) ontstaan ​​na a schokken of impact. Een kleine bloedvat is beschadigd, waardoor bloed lekt en zich ophoopt in het omringende weefsel, waar het stolt. EEN blauwe plek stoffelijk overschot.

Bij gezonde mensen dit blauwe plek zou na twee tot drie weken volledig moeten verdwijnen. Als de bloedstolling wordt verminderd, kunnen zelfs lichte stoten tot ernstige blauwe plekken leiden. Als er een bloeding is, duurt het bloeden langer en kan er meer bloed in het weefsel ophopen, waardoor de blauwe plek er ernstiger uitziet.