Angiotensine 2

Angiotensine 2 is een endogeen hormoon dat behoort tot de klasse van zogenaamde peptiden hormonen​ Peptide hormonen (synoniem: proteohormonen) zijn opgebouwd uit de kleinste individuele componenten, de aminozuren, en zijn in water oplosbaar (hydrofiel / lipofoob). Angiotensine 2 zelf bestaat uit in totaal acht aminozuren.

Vanwege zijn in water oplosbare eigenschap kan angiotensine 2 niet door de celmembraan onafhankelijk en voer zijn boodschapperfunctie binnen de cel uit. Daarom kan het effect ervan als hormoon zich pas ontvouwen na binding aan een geschikte oppervlaktereceptor. Als onderdeel van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) speelt angiotensine 2 een doorslaggevende rol bij de regulering van het water evenwicht en het onderhoud van bloed druk.

De vorming en afgifte van angiotensine 2 vindt in het organisme niet in willekeurige hoeveelheden plaats. Het weefselhormoon angiotensine 2 maakt eerder deel uit van een specifieke activeringscascade, het zogenaamde renine-angiotensine-aldosteronsysteem. In de loop van dit systeem, de nier reageert op vallen bloed druk of verminderde bloedcirculatie door afgifte van het enzym renine.

Een acuut verlies van keukenzout en water, wat gelijk staat aan een vermindering van bloed volume, veroorzaakt ook het vrijkomen van renine. Als enzym is renine in staat om de precursor van angiotensine 2, namelijk angiotensine 1, af te splitsen van het angiotensinogeen dat in de lever cellen. De omzetting van de hormoonprecursor in het actieve hormoon vindt dan plaats met behulp van het angiotensineconversie-enzym (ACE).

De oppervlaktereceptor (AT-receptor) die specifiek is voor het weefselhormoon angiotensine 2, bevindt zich voornamelijk aan de buitenkant van de celmembraan of bloedvat, nier en bijniercellen. Door te binden aan de angiotensine 2-receptor van het bloed schepenwordt een signaalketen geactiveerd in de gladde spiercellen, die hun contractie teweegbrengt. Op deze manier is het eerder gevallen bloeddruk wordt weer verhoogd door de invloed van het renine-angiotensine-aldosteronsysteem.

In het nierresulteert de activering van de specifieke angiotensine 2-receptor in de vernauwing van de kleinste nier schepen. Dit proces zorgt ervoor dat de nierfunctie constant blijft, zelfs wanneer bloeddruk druppels. In de bijnierangiotensine 2 heeft geen directe invloed op vaat- of spiercellen.

In plaats daarvan ontvouwt het weefselhormoon daar zijn werking door de afgifte van twee andere boodschappersubstanties, aldosteron en adrenaline, te stimuleren. In de hypofyse (Lat. hypofyse), wordt een verhoogde afgifte van een ander hormoon geactiveerd nadat angiotensine 2 aan zijn receptor bindt.

Er wordt ook aangenomen dat het gevoel van dorst kan worden gecontroleerd door het vrijkomen van angiotensine 2. Over het algemeen kunnen de beschreven functies van het weefselhormoon angiotensine 2 worden samengevat als een bloeddruk-verhogend effect. Angiotensine 2 in zijn werkelijke vorm kan niet door het organisme worden uitgescheiden.

Het weefselhormoon moet eerder worden gekliefd door een speciaal middel enzymen (aminopeptidasen) nadat het zijn effect heeft uitgeoefend en dus is geïnactiveerd. Hierbij moet er rekening mee worden gehouden dat de tussenproducten die tijdens het afbraakproces ontstaan ​​ook invloed kunnen hebben op het weefselhormoon. - Vasculair systeem

  • niertjes
  • Bijnieren en
  • CNS (centraal zenuwstelsel)

Het renine-angiotensine-aldosteronsysteem in het algemeen en het weefselhormoon angiotensine 2 in het bijzonder biedt medicijnfabrikanten een geschikt doelwit voor de behandeling van vele ziekten. Alle gebruikelijke medicijnen worden over het algemeen geproduceerd en gebruikt om de bloeddruk te verlagen (antihypertensiva) en om de hart-. Er wordt grof onderscheid gemaakt tussen twee soorten medicatie: Een van de belangrijkste bijwerkingen van ACE-remmers en AT1-receptorantagonisten zijn: optreden

  • ACE-remmers (remmen de vorming van angiotensine 2)
  • AT1-receptorantagonisten (blokkeren de specifieke receptor van het hormoon en voorkomen zo interactie met angiotensine 2-receptor)
  • Chronische hoest op de borst
  • Hypotensie
  • Hoofdpijn
  • Vermoeidheid en
  • Bloedsomloopproblemen
  • Geneesmiddelen Hoge bloeddruk
  • Angiotensine-2-antagonisten
  • Angiotensine 2 actie
  • ACE-remmers
  • ACE-remmers Bijwerkingen