Achterkant van het oog

De oculaire fundus is het achterste deel van de oogbal dat zichtbaar kan worden gemaakt in geval van door drugs geïnduceerd leerling verwijding. De Latijnse naam voor de fundus oculi is Fundus oculi. Om het beter te kunnen bekijken, kijkt men door het transparante glaslichaam en kan men verschillende structuren verlichten, zoals het netvlies (ook wel retina genoemd), de uitgang van het optische zenuw (blinde vlek), arterieel en veneus schepen en de zogenaamde gele vlek (macula lutea).

Het netvlies ontwikkelt zich vanuit een deel van de voorhersenen en is van centraal belang voor het daadwerkelijke zicht. Het bevat verschillende lichtgevoelige fotoreceptoren. Dit zijn cellen waarin een elektrochemische reactie plaatsvindt wanneer er licht binnenkomt, dat wordt omgezet in een elektrisch signaal en vervolgens verder wordt doorgelaten in de hersenen.

Daar worden de visuele indrukken uiteindelijk verwerkt tot visuele informatie. Bovendien dienen cross-links tussen de fotoreceptoren al om het contrast in het netvlies te versterken. Het netvlies is verdeeld in een lichtgevoelig en een lichtongevoelig deel.

In het midden is de gele vlek (macula lutea), het punt met het scherpste zicht, aangezien hier de dichtheid van fotoreceptoren het hoogst is. Hier bevinden zich alleen de zogenaamde kegeltjes, die verantwoordelijk zijn voor zowel het zicht overdag als de kleurwaarneming. Er wordt onderscheid gemaakt tussen blauwe, rode en groene kegels.

In totaal hebben mensen ongeveer 6-7 miljoen kegels, die zich voornamelijk in het maculaire gebied bevinden. Rond de gele vlek zijn de 110-125 miljoen hengels die verantwoordelijk zijn voor het zicht in de schemering of 's nachts. Dit komt doordat de boodschappersubstantie in de staafjes ongeveer 500 keer lichtgevoeliger is dan die in de kegels.

Vitamine A is van buitengewoon belang voor de productie van deze boodschappersubstantie. Een tekort aan deze vitamine gaat daarom gepaard met stoornissen in het schemerzicht. De plaats waar de extensies van alle fotoreceptoren zich bundelen en het hersenen is de uitgang van de optische zenuw.

Dit is ook waar er geen lichtgevoelige cellen meer zijn, daarom wordt het een genoemd blinde vlek. Het netvlies wordt geleverd door arterieel en veneus schepen. Echter, pijn-gevoelig zenuwen ontbreken, daarom worden ziekten van het netvlies meestal niet als pijnlijk ervaren.

Het onderzoek van de achterkant van het oog wordt oftalmoscopie of oftalmoscopie genoemd. Hiervoor zijn er twee verschillende procedures, we spreken van directe en indirecte oftalmoscopie. Bij directe oftalmoscopie kan de oogarts gebruikt een oftalmoscoop die licht op de achterkant van het oog schijnt en dit 14 tot 16 keer vergroot weergeeft.

De arts kijkt met zijn rechteroog in het rechteroog van de patiënt en ziet daarmee de fundus van het oog als een rechtopstaand beeld. Daarom wordt dit type onderzoek ook wel een “rechtopstaand beeld” genoemd. Hetzelfde geldt voor het linkeroog alleen in omgekeerde volgorde. Dit onderzoek is eenvoudig uit te voeren en toont een relatief klein deel van de fundus van het oog in sterke vergroting.

Hierdoor kunnen de individuele structuren erin, zoals de uitgang van de optische zenuw of individu schepen, bijzonder goed te beoordelen, maar een totaalbeeld kan alleen worden verkregen door middel van indirecte oftalmoscopie. Bij indirecte oftalmoscopie houdt de arts een vergrootglas voor het te onderzoeken oog met een uitgestrekte arm en met de andere hand een lichtbron, zoals een zaklamp. Bij dit type onderzoek ziet hij de achterkant van het oog als een ondersteboven beeld, daarom wordt het onderzoek ook wel een “omgekeerd beeld” genoemd.

De vergroting is hier aanzienlijk lager dan bij directe oftalmoscopie, ongeveer 4.5 keer. Dit onderzoek is daarom beter geschikt om een ​​totaalbeeld van de achterkant van het oog te krijgen en vereist meer oefening van de onderzoeker. Met behulp van het spleetlamponderzoek, dwz een binoculaire microscoop, is het mogelijk om beide ogen tegelijkertijd te onderzoeken. Als dit niet mogelijk is, zijn er andere examenmogelijkheden, zoals een ultrageluid examen.