Devil's Claw: gezondheidsvoordelen, medicinaal gebruik, bijwerkingen

Afrikaanse Duivels klauw komt oorspronkelijk uit de Kalahari-regio's in zuidelijk Afrika (Zuid-Afrika en Namibië). Er is begonnen met experimentele teelten, maar het commerciële product wordt nog steeds vrijwel uitsluitend uit wilde collecties geïmporteerd.

Medicinaal worden de gedroogde en gesneden secundaire wortels van de plant (Harpagophyti radix) gebruikt.

Duivelsklauw: kenmerken van de plant.

Duivels klauw is een meerjarige, uitgestrekte plant met scheuten tot 1.5 m lang die zich plat op de grond verspreiden. De plant heeft een dikke hoofdwortel en meerdere knolvormige nevenwortels.

De bladeren zijn grijsgroen en onregelmatig gelobd, en Duivels klauw draagt ​​grote gele of paarse trechterbloemen in de bladoksels. De houtachtige vruchten zijn tot 15 cm groot en lijken op een klauw met hun haakvormige uitsteeksels aan alle kanten (vandaar de naam).

Duivelsklauwwortel als medicijn.

Het medicijn, nog steeds ongesneden, bestaat uit de secundaire wortels met een gewicht tot 500 g, die zijn omgeven door een geelachtig bruine laag. Het hele medicijn wordt onmiddellijk na de oogst in plakjes gesneden en gedroogd. De snijvlakken zijn glad en lichtgrijs tot witachtig.

In kruidengeneeskunde, gebruiken mensen vaak de wortel in zeer kleine stukjes gesneden of fijn gepoederd.

Hoe ruikt en smaakt duivelsklauw?

De klauw van de Afrikaanse duivel of zijn wortel verspreidt geen bijzonder karakteristieke geur. De smaak van de wortel is erg bitter.